OOR bestaat 40 jaar. Toegegeven: ‘we zijn nu minder noodzakelijk’. Wat? Ja, echt dat is de kop die ik afgelopen vrijdag lees boven het artikel in De Morgen. Een 1 aprilgrap? Snel scan ik het artikel op zoek naar het antwoord waaruit deze kop is afgeleid.
‘Vroeger waren we een blad dat iedereen kocht en waar iedereen blind op vertrouwde. We waren een baken, wezen de weg. Door de komst van het internet is de lezer nu vaak eerder op de hoogte dan wij. Die voorsprong zijn we dus definitief kwijt’, zegt Erik van den Berg, hoofdredacteur van het muziekblad dat ooit een baken was. Ook voor mij. Met zijn antwoord legt hij interviewer Bart Steenhaut de woorden in de mond: ‘Jullie zijn minder noodzakelijk geworden’. Baf, een uppercut van heb ik jou daar.
Van den Berg: ‘Ik geef toe dat is zeer zeker waar’. En mede-hoofdredacteur Koen Poolman, die ook aanzit, spreekt hem niet tegen. Van den Berg vraagt zich hardop af of OOR niet nog meer actief moet zijn op internet. Hij vindt dat OOR die discussie moet durven voeren, zeker nu de digitale versie het steeds beter doet: sinds december 2010 kun je OOR ook op iPad lezen.
Heren, op welke planeet verbleven jullie het afgelopen decennium? Hebben jullie in die jaren de discussie over het web nooit gevoerd? Of ontbrak het aan durf? Ik bedoel hoe serieus ben je als muziekblad als de lezer eerder op de hoogte is dan jij? Hoe serieus neem je jezelf als je, omdat ‘OOR op de iPad wel een succes is’, zegt: ‘de uitdaging bestaat erin om ons sterker online te profileren. Ik denk eerlijk gezegd dat daar onze toekomst ligt.’
Komaan zeg Erik en Koen, dat is volgens mij - eerlijk gezegd - al meer dan 10 jaar zo.
Een eerste stap in die profilering is de vernieuwde website. Ik heb al heel wat websites geanalyseerd, maar een website met een navigatiemenu waarbij je je nekspieren moet forceren om te lezen wat er staat, ben ik nog niet tegengekomen. Een website dient eenvoudig en gebruiksvriendelijk te zijn. En in jullie geval een baken dat mensen gidst naar wat relevant en interessant is in de muziekwereld.
Daarnaast moet de OOR-website een bron van informatie zijn voor fans die er alles kunnen vinden over hun favoriete band. Maar dat is nu juist het probleem: iemand reageert op de nieuwe website dat je er ‘weer niets op kunt vinden’. Dat klopt, eerst kon ik de zoekfunctie zelfs niet vinden. Eenmaal gevonden, tik ik ‘Nirvana’ in en man je gelooft je ogen niet: 9 resultaten, maar geen één over Nirvana. Op 1 april dan toch. Echt waar. In het interview zegt Erik van den Berg het als één van de grootste verwezenlijkingen te zien dat OOR de grunge zo vroeg oppikte, maar in de huidige website vind je niets terug over het boegbeeld van die stroming. Toegegeven: dan ben je minder noodzakelijk geworden.
Maar goed, hoe kom ik terug op de homepage (sic), want ik dwaal af. Of toch niet helemaal. Er was iets in het interview dat me triggerde, namelijk dat Erik van den Berg het internet de schuld geeft. Ho ho. Wie heeft hier de boot gemist en springt nog steeds niet aan boord? Van den Berg:
‘Mocht het nodig zijn, dan denk ik dat we eerst nog zullen proberen met minder mensen [freelancers, weet dat het binnenkort gedaan is] en minder middelen toch een blad proberen te maken.’ Als ‘minder middelen’ toch al in je opkomt: waarom worstel je dan met de vraag hoe je online inkomsten kunt genereren? Nu is het online en offline vlees noch vis. Ik krijg een Anton-gevoel: de boel aankijken en klagen.
Koen Poolman zegt dat OOR’s grootste troef haar onafhankelijkheid is: ‘in tegenstelling tot zoveel bladen en weblogs zijn we geen advertentiefuik’. Wat een larie. Elke muziekrecensie is een advertentiefuik.
Ook klinkt weer de popjournalistenklaagzang dat je maar 15 minuten de tijd krijgt om met R.E.M. te praten. Tsja, meer tijd hebben artiesten niet nodig om een standaardriedel af te steken over hun nieuwe album: hoe een toffe gast de producer was, hoe het ging in de studio, welke beroemdheden meedoen. Ze dreunen het zo voor je op, maar dat is niet hun echte stem. Dat is het verhaal dat ze vertellen om hun cd te verkopen. Daarom lees je ook vrijwel overal hetzelfde.
Elk interview op die manier is een advertentiefuik. En dat interesseert lezers niet. Ze willen verhalen lezen, ze willen de mensen, van wie ze de muziek zo mooi vinden, leren kennen en zich in hen herkennen. Beroemdheden zijn uiteindelijk ook maar mensen. Doe je dat niet, dan kopen mensen je blad niet meer. En online hebben ze ook een machtig wapen: de backbutton.
Toon dan dat je echt onafhankelijk bent en weiger R.E.M. als je maar een kwartier tijd krijgt. Of doe iets met dat kwartier dat anderen niet doen, want wie stelt er uiteindelijk de vragen?
En ach wat is onafhankelijkheid? Neem de fotoreportage en het vraaggesprek met Anton Corbijn in de jubileumeditie. Van den Berg: ‘Hij [Anton Corbijn] wilde wel de vormgeving in handen houden en ook de tekst kunnen sturen. Hij heeft het halve interview herschreven, maar dat weet de lezer natuurlijk niet. En het voordeel is nu wel dat we kunnen uitpakken met een prachtige portfolio van Anton Corbijn.’ Is dat nu de onafhankelijkheid om trots op te zijn? En dan die minachting voor je lezer...
‘Idealiter hoop ik dat mensen het gevoel hebben dat ze iets missen als ze OOR niet lezen’, zegt Koen Poolman. IJdele hoop Koen, het is dringend tijd om wakker te worden en van OOR online en offline weer een baken te maken.
Verstand van popmuziek is eerst en vooral inzicht in de werking van alledaagse populaire cultuur [hint: het web], stelt cultuurfilosooof René Boomkens in Verstand van popmuziek? Over de scheidslijn tussen wetenschap en journalistiek.
OOR ziet voor zichzelf een opvoedkundige functie en ze wil in het ruime aanbod muziek het kaf van het koren scheiden, duiding aanbrengen en mensen attent maken op goede muziek, zegt Erik van den Berg.
Een gat in de markt, me dunkt. Maar doe dat dan en houd je dan niet vast aan verworven posities, want dan regeert de middelmaat.
Mensen weten wel beter vandaag de dag. Lang leve het web.
- Mischa Verheijden
‘Mocht het nodig zijn, dan denk ik dat we eerst nog zullen proberen met minder mensen [freelancers, weet dat het binnenkort gedaan is] en minder middelen toch een blad proberen te maken.’ Als ‘minder middelen’ toch al in je opkomt: waarom worstel je dan met de vraag hoe je online inkomsten kunt genereren? Nu is het online en offline vlees noch vis. Ik krijg een Anton-gevoel: de boel aankijken en klagen.
Koen Poolman zegt dat OOR’s grootste troef haar onafhankelijkheid is: ‘in tegenstelling tot zoveel bladen en weblogs zijn we geen advertentiefuik’. Wat een larie. Elke muziekrecensie is een advertentiefuik.
Ook klinkt weer de popjournalistenklaagzang dat je maar 15 minuten de tijd krijgt om met R.E.M. te praten. Tsja, meer tijd hebben artiesten niet nodig om een standaardriedel af te steken over hun nieuwe album: hoe een toffe gast de producer was, hoe het ging in de studio, welke beroemdheden meedoen. Ze dreunen het zo voor je op, maar dat is niet hun echte stem. Dat is het verhaal dat ze vertellen om hun cd te verkopen. Daarom lees je ook vrijwel overal hetzelfde.
Elk interview op die manier is een advertentiefuik. En dat interesseert lezers niet. Ze willen verhalen lezen, ze willen de mensen, van wie ze de muziek zo mooi vinden, leren kennen en zich in hen herkennen. Beroemdheden zijn uiteindelijk ook maar mensen. Doe je dat niet, dan kopen mensen je blad niet meer. En online hebben ze ook een machtig wapen: de backbutton.
Toon dan dat je echt onafhankelijk bent en weiger R.E.M. als je maar een kwartier tijd krijgt. Of doe iets met dat kwartier dat anderen niet doen, want wie stelt er uiteindelijk de vragen?
En ach wat is onafhankelijkheid? Neem de fotoreportage en het vraaggesprek met Anton Corbijn in de jubileumeditie. Van den Berg: ‘Hij [Anton Corbijn] wilde wel de vormgeving in handen houden en ook de tekst kunnen sturen. Hij heeft het halve interview herschreven, maar dat weet de lezer natuurlijk niet. En het voordeel is nu wel dat we kunnen uitpakken met een prachtige portfolio van Anton Corbijn.’ Is dat nu de onafhankelijkheid om trots op te zijn? En dan die minachting voor je lezer...
‘Idealiter hoop ik dat mensen het gevoel hebben dat ze iets missen als ze OOR niet lezen’, zegt Koen Poolman. IJdele hoop Koen, het is dringend tijd om wakker te worden en van OOR online en offline weer een baken te maken.
Verstand van popmuziek is eerst en vooral inzicht in de werking van alledaagse populaire cultuur [hint: het web], stelt cultuurfilosooof René Boomkens in Verstand van popmuziek? Over de scheidslijn tussen wetenschap en journalistiek.
OOR ziet voor zichzelf een opvoedkundige functie en ze wil in het ruime aanbod muziek het kaf van het koren scheiden, duiding aanbrengen en mensen attent maken op goede muziek, zegt Erik van den Berg.
Een gat in de markt, me dunkt. Maar doe dat dan en houd je dan niet vast aan verworven posities, want dan regeert de middelmaat.
Mensen weten wel beter vandaag de dag. Lang leve het web.
- Mischa Verheijden
Het interview is een lange kroniek van een aangekondigde dood. Twee mannenop de bok die het ook niet meer weten, vooral de anderen de schuld geven maar weten dat zij uiteindelijk toch het licht gaan uitdoen.
BeantwoordenVerwijderenEen goed stuk. Het kriebelde mij ook een beetje toen ik het interview las, maar ik wist niet precies waar het aan lag. Gelukkig weet Mischa dit wel. :)
BeantwoordenVerwijderen@ Guuzbourg die aangekondigde dood is wat me raakt en ik vind het onbegrijpelijk dat de hoofdredactie daarbij aan de zijlijn toekijkt.
BeantwoordenVerwijderen@ Mirjam: dankjewel.
Helemaal mee eens. Ik heb de afgelopen weken regelmatig interviews gelezen met de hoofdredactie van OOR en me afgevraagd waar ze mee bezig zijn. Toonaangevend zijn ze al tien jaar niet meer en onafhankelijk? Allesbehalve. Ik moest ook erg lachen toen ze zeiden dat ze vaak te horen krijgen dat ze te kritisch zijn in hun cd-recensies. Te kritisch?! Jeetje, een band moet wel heel vals zingen willen ze bij dat blad géén veren in de reet gestoken krijgen. Ik begrijp dat je als blad soms concessies moet doen tegenover een platenmaatschappij, maar zo hijgerig als OOR aan het infuus hangt bij de grote platenjongens is ronduit gênant. Zoals een collega van me jaren geleden al es zei 'de brievenbus houdt snel op met klepperen als er ze bij OOR echt kritisch worden over bands.'
BeantwoordenVerwijderenMaar bekijk het positief: de muziekjournalist die online actief is hoeft zich geen zorgen te maken over de website van OOR. Geen concurrent.
Wederom een verhaal van gemiste kansen. Een vriend die bij de Telegraaf freelancer was vertelde me jaren geleden dat toen OOR nog bij de Telegraaf Media Groep zat heeft dat bedrijf aangeboden om een mooie moderne site voor ze te bouwen (we hebben het over 2001). Door hetzelfde team dat werkte aan onder andere Elcheapo.nl en Telegraaf.nl. Hebben ze afgeslagen omdat ze het zelf wilden doen.
BeantwoordenVerwijderenDaarnaast ken ik ook uit mijn VPRO tijd het verhaal dat - volgens mij was het Erwin Blom - met de OOR aan tafel heeft gezeten: jullie de woorden wij, de audio en video. Ook daar ging de OOR-redactie niet op in.
Die arrogantie - wij weten het toch beter dan de rest want zo doen we het al jaren - heeft nu als resultaat dat het blad regelrecht het welverdiende graf in glijdt.
Toch jammer voor ze want als je ze in het echt tegen komt zijn het best aardige jongens ;-)>
@ Jurgen, qua look vind ik de nieuwe OOR-website best mooi en modern. Maar een website gaat niet zozeer om de looks, meer om het gebruiksgemak. Een website dient bezoekers te helpen bij wat ze er willen doen. Die gebruiksvriendelijkheid mis ik.
BeantwoordenVerwijderenIets heel simpels, het logo van een website heeft ook de functie je naar de homepage te linken. Dat is niet zo bij OOR. Als je helemaal linksonder op het pijltje klikt kom je op een lege pagina. Klik je dan, dan heb je een wallpaper vast.
Mega frustrerend voor bezoekers, zo jaag je ze weg.
Ken de heren niet persoonlijk, op basis van het interview dat ik las en waarop ik reageer, zie ik ze eerder als verdwaald en gelaten, dan arrogant.
@misscha denk ook niet det Erik en Koen arrogant zijn, eerder hun voorgangers. OOR had met de combinatie van een technisch goede site en een samenwerking met 3VOOR12 de beste Nederlandse muzieksite kunnen zijn. Met afstand. Heb nog even met die vriend gecheckt: de OOR zag in die tijd internet ook als bedreiging. Angst laten prefereren boven mogelijkheden: het is een treurig verhaal.
BeantwoordenVerwijderenEn wat de site betreft: je wil je bezoekers bedienen op een zo mooie en intuitief mogelijke manier. De keuze voor deze opzet is misschien weer wel arrogant te noemen: "wij maken zelf wel uit hoe we onze inhoud presenteren".
Doet de laatste bezoeker het licht uit?
Mensuh, maken we ons nog zorgen over de zoveelste dode boom versie die dooit gaat? Ooit was het mooi...Nu: Doorlopen..
BeantwoordenVerwijderen