Gisteren vertelde ik hoe ik in contact kwam met Robert Kirby en een dag eerder terugreed van mijn vakantie om hem de hand te schudden bij zijn opnamen voor a balladeers debuutalbum. De indruk die hij maakte aan de telefoon en door zijn genereuze aanbod de 3 arrangementen slechts voor een royalty-percentage te schrijven en op te nemen, bevestigde hij volkomen in ICP. Te bescheten om hem rechtstreeks te vragen hoe het was om te werken met al die muzikanten en bands die ik bewonder (zie Kirby's discografie onderaan zijn Wikipedia), draaide ik wat om de boel heen. Gelukkig praatte Kirby zelf ook graag en leek te beseffen dat bewonderaars hem vroegen voor zijn prachtige werk in de jaren '60 en '70, maar vast ook om die ervaringen uit de mond van 'iemand die erbij was' te horen. Eén daarvan wilde ik hier vertellen, maar Marinus bleek zich hetzelfde verhaal woord-voor-woord te herinneren. De ontroerende wijze waarop hij het opschreef verklaart waarom hij songschrijver is en ik blog:
so forget this cruel world
where I belong
I'll just sit and wait
and sing my song
and if one day you should see me in the crowd
lend a hand and lift me
to your place in the cloud
Nick Drake – Cello Song
"Robert Kirby is al vier dagen dood en geen haan die daar naar kraait. Overleden op de operatietafel van een ziekenhuis in Londen. Hoe tragisch. Hij had een drukke kantoorbaan en noemde muziek zijn hobby. Zijn hobby! Kirby was muzikant en producer, maar is vooral bekend vanwege zijn krankzinnig mooie strijkarrangementen voor Nick Drake, een grote held van menig singer/songwriter. Ook van mij.
Ik heb de eer gehad met Robert Kirby te mogen werken, maar daar kwam een stukje ‘geluk’ bij kijken. Het was 7 juli 2005, de dag van de bomaanslagen in Londen. Het verkeer had grotendeels stil gestaan, maar Kirby was nog net op tijd geweest om op zijn vliegtuig te stappen. In de studio verblijdde hij ons met heel mooie arrangementen en de prachtigste verhalen. Hij vond het gelukkig niet vervelend om te vertellen over Nick Drake en de grote blunder die hij ooit had begaan: ‘nee’ zeggen tegen de toen nog relatief onbekende Chris De Burgh. Hij vond het songmateriaal niet sterk genoeg van wat uiteindelijk Into The Light zou worden, het doorbraak album van Chris De Burgh met daarop de alle Jezus hit ‘The Lady In Red’...
Zijn beste anekdote was over die ene keer dat hij zijn allergrootste held ontmoette. Robert Kirby produceerde een niet zo heel goed bandje in Abbey Road toen hij tijdens het opnemen van de bas werd gebeld door iemand van de balie. De studio had een dubbelboeking. Kirby werd vriendelijk doch dringend verzocht de studio te verlaten voor ‘een belangrijke klant’. Uiteraard liet hij zich niet zomaar wegjagen, maar toen even later de deur openging, snapte hij de paniek en de geheimzinnigheid die hij daarvoor aan de telefoon had gehoord. Hij stond oog in oog met Paul en Linda McCartney.
“Stoor je niet aan ons”, had Paul hartelijk gesproken, om vervolgens plaats te nemen op de bank. Een van ‘s werelds grootste artiesten ooit wachtte keurig op zijn beurt. En Linda pakte haar breiwerkje erbij. Glimlachen werden nogmaals uitgewisseld en Robert Kirby boog zich weer over de mengtafel. Met het zweet op zijn rug. “Daar zat ik dan, te prutsen aan een baspartij. Met voor mij een band die nergens naar klonk en achter mij mijn grote idool die notabene de bassist van The Beatles was”, spraken de lippen van Kirby, waar wij aan hingen. Ik zag Linda insteken, omslaan, doorhalen en af laten glijden.
Na een tijdje tikte er iemand op zijn schouder. Het was Paul: “I’m not sure if you know, but I recorded bass here a few times. Do you need some help?” Die eerste zin nog een keer: “I’m not sure if you know, but I recorded bass here a few times.” Briljant. Maar goed, om een lange anekdote kort te maken: Paul McCartney zou wat aan de knoppen hebben gedraaid en wonderen hebben verricht. En Robert Kirby blij hebben gemaakt.
Robert Kirby laat een zoon, dochter en een ex-vrouw achter. Ik geloof niet in het hiernamaals, maar in een ideale hemel heeft Nick Drake hem daar afgelopen week opgewacht om weer heel mooie muziek te maken. Uiteraard op de maat van het getik van Linda McCartney haar breinaalden."
"Robert Kirby is al vier dagen dood en geen haan die daar naar kraait. Overleden op de operatietafel van een ziekenhuis in Londen. Hoe tragisch. Hij had een drukke kantoorbaan en noemde muziek zijn hobby. Zijn hobby! Kirby was muzikant en producer, maar is vooral bekend vanwege zijn krankzinnig mooie strijkarrangementen voor Nick Drake, een grote held van menig singer/songwriter. Ook van mij.
Ik heb de eer gehad met Robert Kirby te mogen werken, maar daar kwam een stukje ‘geluk’ bij kijken. Het was 7 juli 2005, de dag van de bomaanslagen in Londen. Het verkeer had grotendeels stil gestaan, maar Kirby was nog net op tijd geweest om op zijn vliegtuig te stappen. In de studio verblijdde hij ons met heel mooie arrangementen en de prachtigste verhalen. Hij vond het gelukkig niet vervelend om te vertellen over Nick Drake en de grote blunder die hij ooit had begaan: ‘nee’ zeggen tegen de toen nog relatief onbekende Chris De Burgh. Hij vond het songmateriaal niet sterk genoeg van wat uiteindelijk Into The Light zou worden, het doorbraak album van Chris De Burgh met daarop de alle Jezus hit ‘The Lady In Red’...
Zijn beste anekdote was over die ene keer dat hij zijn allergrootste held ontmoette. Robert Kirby produceerde een niet zo heel goed bandje in Abbey Road toen hij tijdens het opnemen van de bas werd gebeld door iemand van de balie. De studio had een dubbelboeking. Kirby werd vriendelijk doch dringend verzocht de studio te verlaten voor ‘een belangrijke klant’. Uiteraard liet hij zich niet zomaar wegjagen, maar toen even later de deur openging, snapte hij de paniek en de geheimzinnigheid die hij daarvoor aan de telefoon had gehoord. Hij stond oog in oog met Paul en Linda McCartney.
“Stoor je niet aan ons”, had Paul hartelijk gesproken, om vervolgens plaats te nemen op de bank. Een van ‘s werelds grootste artiesten ooit wachtte keurig op zijn beurt. En Linda pakte haar breiwerkje erbij. Glimlachen werden nogmaals uitgewisseld en Robert Kirby boog zich weer over de mengtafel. Met het zweet op zijn rug. “Daar zat ik dan, te prutsen aan een baspartij. Met voor mij een band die nergens naar klonk en achter mij mijn grote idool die notabene de bassist van The Beatles was”, spraken de lippen van Kirby, waar wij aan hingen. Ik zag Linda insteken, omslaan, doorhalen en af laten glijden.
Na een tijdje tikte er iemand op zijn schouder. Het was Paul: “I’m not sure if you know, but I recorded bass here a few times. Do you need some help?” Die eerste zin nog een keer: “I’m not sure if you know, but I recorded bass here a few times.” Briljant. Maar goed, om een lange anekdote kort te maken: Paul McCartney zou wat aan de knoppen hebben gedraaid en wonderen hebben verricht. En Robert Kirby blij hebben gemaakt.
Robert Kirby laat een zoon, dochter en een ex-vrouw achter. Ik geloof niet in het hiernamaals, maar in een ideale hemel heeft Nick Drake hem daar afgelopen week opgewacht om weer heel mooie muziek te maken. Uiteraard op de maat van het getik van Linda McCartney haar breinaalden."
Dank, Marinus. Natte ogen. Morgen die langgewenste vlucht naar dat zebrapad maar 'ns boeken. RIP Robert Kirby.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten