Martijn Crama runt Music United, van waaruit hij o.a. Florian Wolff managet (gefeliciteerd met de deal met boeker De Harmonie!). Ook doet hij nog wel 'ns een klusje voor Lopend Vuur, deelt kennis en ervaring bij Popsport en volgende maand Unconvention Groningen. In een eerder leven zat hij in een lokaal en stond ik ervoor. Op zijn blog schreef hij gisteren onderstaand stuk. Ik ben het niet met alles eens (zo denk ik dat de majors 2010 ook nog wel uitzingen...) en Martijn gaat hier en daar erg kort door de bocht, maar de grote lijn van zijn verhaal volg ik.
Check onderaan deze post de mail die ik vanmorgen van Ruud ontving: een ontluisterende ervaring en eye-opener ineen voor een gedreven muzikant, die Martijns betoog ondersteunt:
"Er komen steeds duidelijkere signalen dat de major platenmaatschappijen (EMI, Universal, Sony en Warner) op knappen staan. Nee, echt op knappen. Gaan de majors omvallen, net zoals de banken in de financiële sector? Wordt 2010 een rampjaar voor De Grote Vier? Ik durf daar ‘ja’ op te antwoorden. En ze zullen de financiële crisis niet de schuld kunnen geven…
In 2009 is een major vooral een netwerkpartij. Zij kennen de juiste mensen doordat ze in de afgelopen decennia met diverse partijen hebben gewerkt: de beste pluggers, producers, marketeers en scouts zitten in het adressenbestand.
In 2009 ziet een major dat verkoop van muziek moeizaam gaat. Tien jaar geleden moest je 100.000 platen verkopen wilde het label een platina plaat ophangen in het kantoor. In juni 2009 zijn dat er nog maar 50.000. De helft. Ook de standaard voor een gouden album is gehalveerd, bij een single geldt zelfs dat 10.000 plaatjes genoeg is voor goud. Dat waren er in 1999 nog 50.000... Verkopen lopen hard terug en muziek wordt - of is eigenlijk al - vluchtiger.
In 2009 ziet een major dat de live-inkomsten en auteursrechten nog enige houvast bieden. Om enige vorm van stabiliteit te garanderen is het 360˚-contract bedacht: over alle inkomstenstromen rond een artiest wordt een ’share’ voor de platenmaatschappij geëist. Er wordt nog nauwelijks een artiestendeal getekend zonder dat de artiest in elk geval (een gedeelte van) zijn auteursrechten overdraagt aan de maatschappij.
In 2009 weet een major platenmaatschappij dat voor goede albumopnames geen mega-budget noodzakelijk is. Thuisstudio's ontwikkelen zich razendsnel en drums of strijkers worden heel efficiënt opgenomen door bands die zich goed voorbereiden, met strakke pre-producties. De platenmaatschappij als verkapte bank is minder noodzakelijk.
In 2009 is een major vooral een netwerkpartij. Zij kennen de juiste mensen doordat ze in de afgelopen decennia met diverse partijen hebben gewerkt: de beste pluggers, producers, marketeers en scouts zitten in het adressenbestand.
In 2009 ziet een major dat verkoop van muziek moeizaam gaat. Tien jaar geleden moest je 100.000 platen verkopen wilde het label een platina plaat ophangen in het kantoor. In juni 2009 zijn dat er nog maar 50.000. De helft. Ook de standaard voor een gouden album is gehalveerd, bij een single geldt zelfs dat 10.000 plaatjes genoeg is voor goud. Dat waren er in 1999 nog 50.000... Verkopen lopen hard terug en muziek wordt - of is eigenlijk al - vluchtiger.
In 2009 ziet een major dat de live-inkomsten en auteursrechten nog enige houvast bieden. Om enige vorm van stabiliteit te garanderen is het 360˚-contract bedacht: over alle inkomstenstromen rond een artiest wordt een ’share’ voor de platenmaatschappij geëist. Er wordt nog nauwelijks een artiestendeal getekend zonder dat de artiest in elk geval (een gedeelte van) zijn auteursrechten overdraagt aan de maatschappij.
In 2009 weet een major platenmaatschappij dat voor goede albumopnames geen mega-budget noodzakelijk is. Thuisstudio's ontwikkelen zich razendsnel en drums of strijkers worden heel efficiënt opgenomen door bands die zich goed voorbereiden, met strakke pre-producties. De platenmaatschappij als verkapte bank is minder noodzakelijk.
In 2009 is het voor een major net zo lastig als voor een indie-label of DIY-artiest om je product in winkels (verkoopbaar) te krijgen. Fysieke winkels worden minder belangrijk door de terugloop van CD-verkopen, maar vooral door digitale ontwikkelingen: iedereen kan zijn of haar muziek online verspreiden of verkopen.
In 2009 ziet een major de steeds krachtiger wordende PR-molen van social networks. Pers- en promotiemedewerkers met prima salarissen zijn minder rendabel.
In 2009 ziet de major maar weinig nieuwe mainstream artiesten doorbreken, en al helemaal van Hollandse bodem. Ook in 2009 is er geen nieuwe Anouk, Kane, Bløf of Ilse de Lange opgestaan. Het is lastig om een jarenlange carrière in de top van de charts te hebben. Daarentegen komen steeds meer artiesten uit niches bovendrijven, die de aandacht opeisen van steeds meer mainstream fans.
Dan 2010.
In 2010 kunnen major-kantoren en -salarissen maar moeilijk worden bekostigd door bovenstaande ontwikkelingen. 'Oude' cashcows genereren simpelweg niet genoeg omzet voor majors om te kunnen blijven bestaan in de huidige vorm.
In 2010 tekenen artiesten nog steeds bij majors, maar slimme en doorgewinterde artiesten en managers zien niet in waarom zij een groot deel van hun inkomsten zouden weggeven. Een contract is alleen aantrekkelijk wanneer het bedrijf meer geld weet te genereren voor jou dan wanneer je het helemaal zelf zou doen. Voor artiesten buiten de mainstream is dat pertinent niet het geval.
In 2010 bestaan de majors (nog) niet uit voornamelijk twintigers, en leveren daarom niet de meerwaarde op het gebied van nieuwe en sociale media. De oudere generatie loopt achter deze ontwikkelingen aan, weet niet op te boksen tegen de kracht van crowdsourcing en hoe dit succesvol in te zetten, zonder een artiest dood te drukken door belangenverstrengeling.
In 2010 zou het zomaar kunnen gebeuren: Nokia neemt de catalogus van bijvoorbeeld Universal over, organisaties worden gedownsized, kleine bedrijven of ZZP-ers poppen overal op om kleinschalige vertegenwoordiging op te pakken en zo gericht te werken aan carrières van muzikanten.
Of kunnen de grote platenmaatschappijen dit onheil nog afwenden door innovatieve strategieën? Wie het weet, mag het zeggen..."
In 2010 kunnen major-kantoren en -salarissen maar moeilijk worden bekostigd door bovenstaande ontwikkelingen. 'Oude' cashcows genereren simpelweg niet genoeg omzet voor majors om te kunnen blijven bestaan in de huidige vorm.
In 2010 tekenen artiesten nog steeds bij majors, maar slimme en doorgewinterde artiesten en managers zien niet in waarom zij een groot deel van hun inkomsten zouden weggeven. Een contract is alleen aantrekkelijk wanneer het bedrijf meer geld weet te genereren voor jou dan wanneer je het helemaal zelf zou doen. Voor artiesten buiten de mainstream is dat pertinent niet het geval.
In 2010 bestaan de majors (nog) niet uit voornamelijk twintigers, en leveren daarom niet de meerwaarde op het gebied van nieuwe en sociale media. De oudere generatie loopt achter deze ontwikkelingen aan, weet niet op te boksen tegen de kracht van crowdsourcing en hoe dit succesvol in te zetten, zonder een artiest dood te drukken door belangenverstrengeling.
In 2010 zou het zomaar kunnen gebeuren: Nokia neemt de catalogus van bijvoorbeeld Universal over, organisaties worden gedownsized, kleine bedrijven of ZZP-ers poppen overal op om kleinschalige vertegenwoordiging op te pakken en zo gericht te werken aan carrières van muzikanten.
Of kunnen de grote platenmaatschappijen dit onheil nog afwenden door innovatieve strategieën? Wie het weet, mag het zeggen..."
Goed stuk, Martijn. Reacties welkom. Deze mail van Ruud sluit daar mooi bij aan:
4 opmerkingen:
Niet mee eens. Zo snel gaat het niet. De investeringsbedrijven achter de twee grootste majors hebben best een aardig jaar achter de rug en de omzet die deze bedrijven draaien is toch echt niet niets (volgens mij zit Vivendi tegen de 20 miljoen). Een beetje omzet verlies kunnen ze wel hebben.
Een catalogusje overnemen en vervolgens even downsizen... hoe graag je het zelf ook wil, zo snel gaat het niet. Dat wijst de geschiedenis van de majors zelf uit.
Sorry, het is een omzet van 20 biljoen in de eerste negen maanden van 2009.
Zoals in de inleiding gezegd denk ik ook dat het door Martijn geschetste scenario niet al in 2010 zal plaatsvinden. Terecht merk je op dat de bedrijven achter de grote platenmaatschappijen diepe zakken hebben en waarschijnlijk afdoende maatregelen zullen nemen. Al zou dat voor EMI te laat kunnen zijn.
Maar los van de nogal boude uitspraken die Martijn hier doet geloof ik wel in de trends en tendensen die hij signaleert. Die zijn blijvend, die gaan niet meer weg. Maar goed, dat wist je als je dit blog regelmatig leest :-)
Leuk dat je dit stuk hebt geplaatst Niels. Over precies een jaar kunnen we de balans opmaken.
Ik hoop absoluut niet dat artiesten inkomsten gaan verliezen omdat majors omvallen. Daar is dit, soms kort door de bocht stukje, niet voor bedoeld.
Maar ik vind het wel leuk om een beetje discussie rondom 'de major-platenmaatschappij' los te maken.
Ben benieuwd naar de reacties.
Een reactie posten