Het Fonds Podiumkunsten
Ik reisde af naar Den Haag met een kort lijstje vragen. Vooraf had ik overlegd met Pim van de Werken, hoe hij tegen de huidige gang van zaken aankeek en nam ook zijn mening mee in het overleg. Omdat we beiden ongeveer in hetzelfde schuitje zitten, overlapten onze verhalen sterk. In het kort: belabberde gages bij bekende poppodia in Nederland met een band die vooral opvalt in artistieke zin, in tegenstelling tot ‘genre-bands’ die prima functioneren op basis van ticketsales. Voor avant-garde tendensen ontbreekt vaak een goede infra-structuur, zo ook in het Nederlandse popklimaat.
Ik werd hartelijk ontvangen en ze waren zeer blij dat ik via EHPO en mijn mail aan de bel trok. Mijn vermoeden was dat het Fonds Podiumkunsten in hun beleid vooral interesse heeft voor culturele diversiteit in plaats van het ondersteunen van commerciële sucessen. Daar is dat fonds niet voor, het fonds is er juist voor om platform te bieden aan podiumevenementen die zonder subsidie moeilijker te verwezenlijken zijn. Al snel bleek de klik wederzijds en dat we beiden ons hard maken voor eenzelfde zaak. Ook snel bleek dat ik van een heleboel richtlijnen totaal niet op de hoogte was en ik viel in het introducerende eerste halve uur van mijn stoel van verbazing. Tabellen met mimimumgages van 450 euro! Wat daar op papier stond was exact wat mijn wens was en wat ik als redelijk ervaar in een welvarend land met een rijk subsidieklimaat. Hoe kan het zo zijn dat ik hier totaal niets van wist en het niet terug zie bij geen van de 20 bands waarmee Subbacultcha! het Dutch Sound of the Underground de Melkweg uitverkocht?
Het was complexe materie en het duurde twee uur voordat ik een goed overzicht kreeg van de situatie. De getallen vlogen alle kanten op en er zijn een aantal verschillende procedures die ik hieronder zo accuraat mogelijk van elkaar zal proberen te onderscheiden.
Zalen zijn op te delen in drie groepen. Allereerst is er een lijst van ± 40 zalen in Nederland die de status kernpodium hebben. Met die status komen ze in aanmerking voor een subsidie voor NL bands en daaraan is een aantal richtlijnen verbonden. Ik beperk me in dit artikel tot die richtlijnen en duik vooral dieper in op de tweede kolom in hun regelgeving, omdat ik van mening ben dat daar vanuit een denkfout doorgerekend wordt die de slechte situatie veroorzaakt. Naast die 40 zalen zijn er nog 10-15 grote podia die in een andere categorie vallen: Paradiso, Melkweg, Tivoli, etc. En dan is er nog een speciaal beleid voor zalen die kleiner zijn dan de kernpodia. Ik behandel deze laatste twee groepen kort. Na lezen zal blijken dat het mankement in de regelgeving voor de kernpodia vergelijkbaar is voor grote podia. Voor de kleine podia is er wel voordeel — gelukkig.
Het fundamentele probleem
Na een dag rekenen kwam ik tot de conclusie dat het huidige systeem zoals gezegd een denkfout in zich heeft. Dit resulteert in een notendop in de volgende paradox: des te populairder een buitenlandse hoofdact, des te minder subsidie krijgt het Nederlandse voorprogramma.
Huh? Wat heeft die Nederlandse act te maken met de populariteit van de hoofdact? Inderdaad, niets. De hoofdact vraagt een gage. De programmeur schat ongeveer in hoeveel bezoekers de band trekt en doet op basis van die schatting een gage-aanbod dat de deuropbrengst zal dekken. De gage van het voorprogramma is echter niet gekoppeld aan dat aantal bezoekers. Die komen immers in hoofdzaak voor de hoofdact. Er is dus geen compensatie vanuit ticketsales, waarmee de gage voor het voorprogramma op peil zou blijven. Het tegendeel zelfs. De subsidie voor de NL-band die het voorprogramma verzorgt daalt bij teveel bezoekers tot nul en het voorprogramma wordt dus afgerekend op de populariteit van de hoofdact. Een onwerkbaar situatie. Ik leg hieronder uit hoe het systeem werkt en waarop het misloopt.
De provincie is niet mijn target
Het was mij al bekend dat gages bij podia in de provincie hoger liggen dan bij grote zalen in de stad. De exacte reden hiervoor was mij niet duidelijk. Mijn werk past beter bij een stadscultuur en ik heb me tot nu toe weinig gericht op de provincie, omdat dat nogal deprimerend kan zijn als je moeilijke muziek maakt. Zinloos voor mij, maar ook zinloos voor de zaal en het kleine publiek uit de provincie. Ik chargeer: een klein groepje dronken punk- en gothicboeren die uit verveling elke week naar hetzelfde jeugdhonk gaan en ‘spelen’ schreeuwen. Best grappig, maar uiteindelijk heb je daar zowel als provincie-publiek als als kunstzinnige act denk ik niet veel aan. Ik geloof niet dat een rondje NL mijn act zal brengen waar ik naartoe wil; het uitbouwen van mijn internationale carrière.
Ik liep in 2001 vast met mijn band Zoppo die zich wel tot het provinciecircuit liet verleiden. Ik had een eigen bedrijf naast mijn band, kon dat helaas niet goed combineren en verliet de band om practische redenen. Ook bands als Seedling en Feverdream had ik plat zien gaan op ditzelfde beperkte provinciale werkveld. Een John Peel-sessie (Seedling) en 10-15 grootschalige Europese tournees (Feverdream) staan niet logisch in verhouding tot 17 man in de Gigant in Apeldoorn. HEALTH zou op zo’n plek ook 25 man trekken, dus hoe kun je verwachten dat wij ineens wél een volle zaal op zo’n locatie zouden trekken? Het is een illusie dat Bismuth het daar beter kan doen dan een leading internationale act met een vergelijkbaar artistiek profiel. Experimentele muziek werkt niet in de Achterhoek, Normaal niet in de Randstad. Zoppo was een leermoment voor me en ik nam me voor om niet nogmaals diezelfde doodren-fout te maken. Liever focus ik op de grote steden in NL en het buitenlandse circuit waarmee ik reeds in verbinding sta vanwege mijn instrumentenworkshops en ensemble-performances op festivals.
De 40 Kernpodia (= lijst van 2013)
Voorbeelden van kernpodia in NL zijn de Escape in Veenendaal, de Gigant in Apeldoorn, De Pul in Uden. Zalen die ik hierboven afdoe als ongeschikt voor mijn niche-muziek. Er staat echter ook een aantal zalen tussen die qua bezoekersprofiel wel geschikt zijn voor mijn werk: OCCII in Amsterdam, Merleyn in Nijmegen, Ekko in Utrecht, Rotown in Rotterdam, Simplon in Groningen.
Subsidie voor optredens van NL-bands op Kernpodia
Deze podia kunnen voor elke NL-band die bij hen optreedt een vergoeding ontvangen vanuit het Fonds Podiumkunsten indien zij een MIMIMUM gage uitkeren. Hieronder staat een overzicht per activiteit:
- NL band €450,-
- NL bands €575,-
- NL bands €800,-
- NL bands €1025,-
Subsidie voor optredens van NL-bands op Kernpodia in combinatie met een buitenlandse act
Voor de zalen in de steden is de eerste regel minder aantrekkelijk. Het is immers lucratiever om een avond in te plannen met een internationale publiekstrekker en een NL-voorprogramma. Zaal X gaf onlangs 150 euro aan een bevriende band. Bij die 150 euro krijgt zaal X echter geen vergoeding van het Fonds Podiumkunsten. Het moet minimaal 450 euro zijn. Echter niet zodra er tevens een buitenlandse act speelt. Het rijtje ziet er als dan volgt uit:
- NL band €225,-
- NL bands €575,-
- NL bands €800,-
- NL bands €1025,-
Plafondwaarde en vaste vergoeding van 400 euro
Er is ook nog een derde lijstje met maximum gages. Die laat ik om het overzichtelijk te houden achterwege. En tevens omdat deze bedragen niet voorkomen in mijn circuit. Het zijn in feite plafondwaarden die zodra bijvoorbeeld De Staat of Go Back to the Zoo geboekt wordt hier geen subsidie over aangevraagd kan worden. Ze verdienen daarvoor teveel aan de deur. Lijkt me een logische aanvullende regel.
Naast de getallen uit de hierboven benoemde kolommen is er tevens een aanvullend bedrag van 400 euro. Dat is een vergoeding voor de zaal, omdat er een geluidsman, een lichtman, huur van versterkers en allerlei andere voorziene en onvoorziene kosten zijn als er bands optreden.
De berekening voor de hoogte van de uitgekeerde subsidie
Niet de volledige bedragen worden uitgekeerd, maar hangen vast aan een rekenmethode volgens een 50/50-principe. Dus de gage voor de NL-band(s) plus 400 gedeeld door twee. Dat is de vergoeding die het FvPK aan de zaal uitkeert.
Ik geef hieronder 3 voorbeelden van een avond met 1 NL band en 1 buitenlandse act voor 300 euro, omdat dit doorgaans ongeveer het geval is in de voor mij interessante zalen. De 3 rekenvoorbeelden zijn:
- Slecht bezocht
- Break-even
- Uitverkocht
1. Slecht verkocht, 20 mensen in de zaal.
- Gages 225 (NL-band) + 300 (Buitenlandse band) = 550 euro
- Deuropbrengst 20 x 10 = 200 euro
- Te verhalen vergoeding voor FvPK 225 + 300 + 400 = 925 - deuropbrenst = 725 / 2 = 362,5 euro
2. Break-even
Als we terugrekenen zien we dat bij een deuropbrengst van 925 euro (93 bezoekers) de te verhalen subsidie is gedaald naar 0 euro. Met andere woorden, hoe slechter de hoofdact verkocht wordt, des te meer subsidie is er terug te vragen voor het Nederlandse voorprogramma. Ik heb allerlei variaties berekend. Lage/hoge deurprijs, meer dan 1 NL-band, etc. In geen enkel geval ontstaat er een situatie die gunstig is voor zowel de band als de zaal. Altijd gaat één van twee partijen het schip in.
3. Uitverkocht
Capaciteit 250 bezoekers, deuropbrengst 2500 euro. De opbrengst aan de deur overstijgt de gages. Het Fonds Podiumkunsten is van mening dat de zaal in dit geval zelfstandig moet investeren in een voorprogramma. Echter de hoofdact dwingt een prijs af die naar schatting overeenkomt met de deurprijs min vaste lasten van de zaal. Logisch. De bezoekers komen immers voor de hoofdact. Het is dus onzin om te stellen dat de zaal bij wijze van spreken 1 euro per kaartje reserveert voor het voorprogramma. Daar gaat de hoofdact niet mee akooord, want dat zou over zijn/haar rug gaan. Ergo: de realiteit komt niet overeen met hoe het Fonds Podiumkunsten de invulling voor ogen ziet.
Rotown is bijvoorbeeld een zaal die standaard, op enkele uitzonderingen na, geen voorprogramma’s boekt. Zeer logisch vanwege het averechtse effect van te goed verkochte hoofdacts zoals besproken in de berekeningen.
Hoe zit het met grote zalen als Paradiso, Melkweg, Patronaat, Tivoli, etc.?
Bij de grotere podia is de situatie eigenlijk vergelijkbaar met de succesvolle avonden op kernpodia. De 10-15 grotere zalen in Nederland vallen in een andere categorie, de zg. SRP, waar ook theaters onder vallen. Analoog aan een uitverkocht kernpodium is het voor die zalen financieel onaantrekkelijk om voorprogramma’s te plaatsen. De grote hoofdacts trekken teveel bezoekers, waardoor ook voor hun die subsidie voor het NL voorprogramma vervalt. Grote zalen hebben vaak bekwame programmeurs en boeken alsnog als investering in de toekomst voorprogramma's. De ellende is dat zij hiervoor een door de markt onderdrukte prijsstelling hanteren van 0-150 euro. De door het Fonds Podiumkunsten voorgestelde richtlijn van 450 euro is een onrealistische waarde. Voor dat geld trek je een tourende buitenlandse act met een redelijke bezoekersverwachting. Geen zaal die dat dus uit eigen zak wil neerleggen voor een voorprogramma door een NL-band. Ze zijn niet gelukkig met deze situatie, er is echter geen andere keuze voor hun huidige beleid.
Hoe zit het met kleine zaaltjes als Roodkapje, Asteriks, de Vondelbunker, Lepel Concerts?
Podia kunnen enkel kernpodium worden als hun capaciteit 200 bezoekers is. Echter als een klein zaaltje minimaal zes optredens in het voorgaande jaar heeft georganiseerd kunnen ook zij in aanmerking komen voor subsidie. De kolommen vervallen in dat geval en er kan alleen op basis van deuropbrengst teruggevorderd worden.
Voorbeeld: een zaal trekt 50 bezoekers à 5 euro = 250 euro deuropbrengst. Zij kunnen nu 50% van 250 en 50% van 400 euro terugontvangen. Dat is 325 euro aan terug te ontvangen subsidie.
Yuri goot het allemaal in een grafiek [click to enlarge]:
Alternatieve oplossing
Pim suggereerde dat een vergoeding niet aan de zaal uitgekeerd moet worden, maar rechtstreeks aan de bands. Op zich geen gekke gedachte. Het heft het probleem van de ongelijkheid tussen succesvolle hoofdprogramma’s en slecht bezochte avonden op. Echter, nu verloopt de administratie over ±100 zalen, bij een directe uitbetaling zou het gaan om duizenden bands. Een onwerkbare administratieve rompslomp die meer fraude-gevoelig is. Ik begrijp dat het Fonds Podiumkunsten weinig enthousiast reageerde toen ik dit voorstelde als mogelijke oplossing.
Eindconclusie: backstage en na het optreden beginnen de deals van de toekomst.
Op papier ziet het systeem er fantastisch uit, in praktijk mist het zijn doel. Ik kom tot de volgende zes deelconclusies:
- Een NL-band ontvangt subsidie voor een optreden in een lege zaal. Des te slechter de geografische locatie van de zaal, des te hoger is de kans dat er aanspraak gemaakt kan worden op subsidie.
- De huidige regeling bevordert de geografische spreiding van concerten in Nederland. In welke mate dat in het belang is van de muzikanten blijft onduidelijk. Het belang van de geografische spreiding staat haaks op het belang van de acts. Willen wij wel in Uden optreden voor 20 mensen? Liever ontvang ik het gesubsidieerde bedrag als voorprogramma van een goede internationale act in een serieus podium met aanzien.
- Een NL-voorprogramma deelt niet mee in de gage van een internationale hoofdact. De subsidie omgekeerd evenredig koppelen aan het bezoekersaantal van zo’n gecombineerde avond met een internationale act is dan ook een redenatiefout.
- De regeling leidt bij sucessvolle zalen tot een patstelling en werkt zelfs contra-productief. Wil je aandacht creëren voor nieuw talent, dan moet je die acts juist plaatsen als voorprogramma’s voor buitenlandse acts die goed verkopen en niet op plekken waar weinig publiek op komt dagen.
- De gedachte vanuit het Fonds Podiumkunsten is dat een zaal bij een uitverkochte avond prima een gage van een paar honderd euro voor een voorprogramma kan betalen. De realiteit is dat dat niet gebeurt en ook niet uitkan.
- Er is geen vangnet voor artistieke bands die beter op hun plaats zijn in een grote concertzaal in combinatie met internationale acts dan in de provincie. Met name artistieke bands laten zich niet beknellen door landsgrenzen en het beleid moet dusdanig ingestoken worden dat die bands zoveel mogelijk exposure krijgen bij het buitenlandse circuit. Dat begint bij het opbouwen van contacten voortvloeiend uit voorprogramma’s in grote zalen voor optredens van internationale bands. Backstage en na het optreden beginnen de deals van de toekomst.
In 1993 speelde The Ex in het voorprogramma van Sonic Youth in een uitverkocht Tivoli. Zo zou het moeten zijn en daar zou dan een goede vergoeding voor uitgekeerd moeten worden, die in ieder geval hoger ligt dan een optreden in de Gigant in Apeldoorn voor 20 man.Ruggespraak
Mijn positie in dit verhaal is er één vanaf de onderkant van het muzieklandschap. Voor dit artikel heb ik gesprekken gevoerd met het Fonds Podiumkunsten, met een programmeur van een groot podium en een programmeur van een succesvol kernpodium in de stad. Beiden gaven aan dat mijn verhaal overeenkomt met de werkelijkheid en dat zij geen gebruik kunnen maken van de subsidie voor kleine NL-bands vanwege de benoemde beperkingen in het huidige systeem.
Hoe nu verder?
Graag zou ik zien dat er met name bij succesvolle concertzalen een andere structuur ontstaat, zodat zij actief middels voorprogramma’s aan talentpresentatie kunnen doen. Exact dát is namelijk het nut van een voorprogramma. Door de huidige richtlijnen blijft dat hangen op idealisme en op de marktwerking die leidt tot de 50-150 euro vergoeding voor voorprogramma’s. De grote zalen worden gedemotiveerd om actief in te zetten op voorprogramma’s. Het kost ze uiteindelijk maandelijks onder de streep alleen maar geld.
Het zou mijns insziens beter zijn dat subsidie ingezet wordt voor NL bands die artistieke voorprogramma’s verzorgen in plaats van dat het wegvloeit naar te weinig bezochte livepresentaties die op provinciepodia geprogammeerd wordt.
Graag zou ik zien dat het Fonds Podiumkunsten een overleg organiseert met de programmeurs van toonaangevende zalen. Ik heb bij alle partijen die ik heb gesproken gemerkt dat de intentie er is om jonge en of artistieke bands te ondersteunen. De kloof die er ontstaan is, is echter de consequentie van een beleid waar alle zalen individueel geen oplossing in kunnen geven. Enkel met een slimmer beleid is dat gat beter te dichten.
10 opmerkingen:
De website van EHPO wordt al enige weken per ongeluk geblokt door Facebook. Hieronder de link hoe je hem wel op FB kunt posten. De 'dot' vervangen door een . en hij doet het. eerstehulpbijplaatopnamen.blogspot'dot'nl/2013/04/yurilandman-de-paradox-in-de.html
Het lukt mij niet om de link te posten op Facebook. Ik heb toen maar naar deze tweet gelinkt: https://twitter.com/ehpo/status/324051562303463427
Deze link werkt ook: http://www.rsscockpit.com/article.do?action=show&id=2173791286
Je maakt 1 denk fout en dat is de agent/boeker van de buitenlandse hoofdact. Als het aan hem ligt krijgt het voorprogramma nul euro. Dat gebeurt namelijk ook in Engeland en Duitsland. Ook bepaalt de agent of jou band in het voorprogramma mag, de zaal of de boeker moet een link sturen naar de boeker (meestal UK) en die zeggen ja of nee. Tot nu toe krijgt een voorprogramma 150e in Nederland maar dat staat ook onder druk omdat de agent alle inkomsten van de deur wil. Kortom, wij als Nederlanders zouden wel graag willen maar de hoofdact bepaalt. Misschien moet jou volgende bezoek aan de Melkweg, Tivoli en Mojo zijn. En ik denk dat Friendly Fire je ook haarfijn kan uitleggen wat een agent aan eisen op tafel legt. Ga je daarmee niet akkoord dan komt de hoofdact niet. Ruikt de agent subsidie, dan wil ie dat ook inpikken. Dat is de harde werkelijkheid. Kortom, verzin een list zodat de agent niet bij het geld kan komen en dat ook in de kosting dit niet terug te zien is...
Ik weet indd dat de hoofdact vaak akkoord moet geven op wie het voorprog komt doen, zeker bij grotere acts. Dat is ook wel logisch.
Als er een subsidie op het voorprog zit vanuit het FvPK kan de hoofdact daarover niet onderhandelen met de zaal (het is immers niet het geld van de zaal in dat geval). Nu kan de hoofdact wel een punt maken van die 150, dan juist niet. Bij bepaalde zalen zit dat getal namelijk nu wel in de berekening van de deuropbrengsten en gaat dus af vd hoofdact.
Melkweg en Tivoli zijn niet gelukkig met 0% subsidie op NL-voorprogbands. De mening van het FvPK is dat ze het maar zelf moeten betalen. Ze kunnen bijna niets doen door de Catch 22 in de onderhandelingen met de hoofdact die ook jij bevestigd. Ik zie niet in waarom ik met de zalen zou moeten praten. We zijn het al eens. Ondersteuning van NL-bands is een taak van het FvPK niet van zalen en al helemaal niet van MOJO.
Er is een verschil in politieke visie tussen mij en het FvPK. Zij zijn van mening dat je zoveel mogelijk risico-concerten moet ondersteunen. Om die reden krijgen zalen bij te weinig bezoekers een steunsubsidie voor die avond. Het idee daarachter is dat het tot meer diversiteit leidt. Mijn gevoel is echter dat het vooral leidt tot polderpop in stand houden in de provincie en allerminst een investering is in de diversiteit. Kraantje Pappie en Mr. Polska in de Hedon is niet mijn definitie van diversiteit stimuleren, maar eerder een prof/semi-prof Hollands entertainment-circuit spekken/in stand houden. Het huidige systeem heeft niets met artistieke verdieping te maken, terwijl het FvPK wel de indruk heeft dat dat door het huidige systeem gebeurt.
Mijn idee is dat je kansen moet initiëren voor bands en dat houdt in dat je juist concerten moet ondersteunen die slecht betaald worden, omdat er sprake is van onderdrukking door marktwerking. Dat idee gaat meer uit van subsidie als investering. Dat geldt met name voor artistieke bands die beter in een stadscultuur passen en in hun werk prima over de grens terecht zou kunnen. Zeg maar alles wat bij Excelsior zit en obscuurder materiaal, afhankelijk van de hoofdact die speelt.
Ik heb niets tegen Kraantje Pappie of wat dan ook, maar het FvPK beroept zich op een 'gezond economisch systeem met 1200 ondersteunde concerten'. Hallo? Waar gaat mijn klacht nu over? Dat het huidige systeem allerminst economisch gezond is en dat ik daar last van ondervind. In het buitenland krijg ik gages die 3-10x zo hoog liggen. The Ex en Pierre Bastien idem dito. We maken te moeilijke muziek voor de provincie en ons specifieke segment wordt nergens in ondersteund.
Dat getal 1200 van hun is een drogreden. Allicht namelijk, want als je 600k uitgeeft volgens hun richtlijnen kom je ± uit op 1200 optredens a 500 euro. Zo kan ik ook rekenen. Als je 600k aan voorprogs uitgeeft a 300 euro per voorprog heb je 2000 optredens. Als je 150 euro geeft, heb je een economisch gezonde structuur van 4000 optredens. Het getal 1200 lijkt dus imposant maar is een lege huls. Er staan namelijk gelijktijdig naast die 1200 goedbetaalde concerten duizenden slechtbetaalde concerten.
Het FPK gaf een reactie per mail met het verzoek om dat te publiceren. Uiteraard graag en bij deze. Daaronder publiceer ik tevens mijn mail die ik daarop aan hun stuurde.
----
Hoi Yuri,
In je artikel ligt de focus op het subsidie onderdeel voor Kernpodia en het is duidelijk dat je vindt dat de doelstelling van de regeling niet aansluit op de praktijk zoals jij die ervaart. Dat is jammer en misschien ook niet de hele waarheid. Het Fonds kan met cijfers onderbouwen dat deze onderdelen voor popmuziek binnen de programmeringsregeling wel degelijk wordt benut en positieve effecten heeft:
In 2012 organiseerde 39 kernpodia 1.189 subsidiabele concerten met een gemiddeld aantal bezoekers van 214 per concert. Dit ligt een stuk hoger dan de 20 bezoekers of de lege zaal zoals je meerdere malen aangeeft in je artikel. Bovendien worden er bij de kernpodia voorwaarden gesteld aan de hoogte van het aantal bezoekers. Podia met slechte bezoekersaantallen worden niet in de regeling opgenomen (zie ook bijgesloten overzicht met de bezoekersaantallen).
250 van de 1.189 subsidiabele concerten betroffen concerten van Nederlandse bands in combinatie met buitenlandse bands. Het gemiddelde aantal bezoekers bij de combinatie concerten bedroeg 201 per concert. Ook dan is er geen sprake van matig bezochte zalen. Daarnaast blijken de kernpodia die je in je artikel noemt, zoals Ekko en Occii, de koplopers te zijn in het organiseren van subsidiabele concerten van Nederlandse bands in combinatie met buitenlandse bands. Ruim 50% van onze subsidie aan Ekko is toegekend voor deze combinatie concerten. Bij Occii betrof het bijna het gehele verstrekte subsidiebedrag. Vooral de randstedelijke podia maken meer gebruik van deze subsidiemogelijkheid.
De regeling van het Fonds heeft als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van popmuziek in Nederland door het stimuleren van optredens van Nederlandse bands. Door het hanteren van een minimum gage stimuleert het Fonds dat er redelijke gages aan Nederlandse bands worden uitbetaald. Het betreft een tekort subsidie. Wanneer er geen tekort is wordt er geen subsidie verstrekt. Door op te treden in het voorprogramma van een bekende buitenlandse band krijgt een Nederlandse band veel exposure die de band verder kan helpen in de ontwikkeling. Het is een mooie springplank naar het opbouwen van een eigen publiek. Daarom biedt het Fonds binnen het subsidie onderdeel voor de kernpodia hiervoor ook de mogelijkheid. De ondergrens voor optredens als voorprogramma van een bekendere buitenlandse band ligt lager dan de minimum gage bij een concert met alleen Nederlandse bands om op deze manier de drempel bij een Kernpodium te verlagen om toch te kiezen voor een Nederlands voorprogramma.
>>> vervolg in volgende comment ipv max 4000 tekens >>>>
>>>>> deel 2 vd mail vh FPK >>>>>
Zoals gezegd vallen de grote podia zoals Tivoli en de Melkweg niet binnen het subsidieonderdeel voor kernpodia, maar binnen het onderdeel voor Subsidie Reguliere Podia (SRP). Deze podia ontvangen subsidie voor hun gehele programmering. Er worden daarbij geen voorwaarden gesteld aan de gages die moeten worden uitbetaald aan Nederlandse bands. Dit is geheel aan de programmeurs zelf. De SRP regeling is zoals gezegd voor alle disciplines (muziek, dans, theater en muziektheater). Het is niet mogelijk om binnen deze regeling voor een niche aparte voorwaarden te stellen (zo kennen theaterpodia veelal geen voorprogramma’s). Dat zou een ongelijke behandeling betekenen.
Alleen focussen op de randstad is voor een landelijk fonds als het Fonds Podiumkunsten geen optie. En er zijn ook (hele goede) bands buiten de randstad die willen optreden en mensen buiten de randstad die graag concerten willen bezoeken.
Om in een voorprogramma te spelen is je eigen verantwoordelijkheid en keuze, en de voorwaarden moet je onderhandelen met de podia. Uiteindelijk zijn het de podia die bepalen wat er aan een band wordt uitbetaald en hoe en of de kernpodium-subsidie wordt ingezet. Hierin kan en wil het fonds zich ook niet te veel mengen. De subsidie is bedoeld als ondersteuning en er zijn voorwaarden aan verbonden, maar de subsidiegever bepaalt niet het beleid van een podium of van een gezelschap.
De programmeringsregeling, zoals we die nu hanteren, wordt in 2013 geëvalueerd en wij zullen je inbreng daarin zeker meenemen.
Misschien ten overvloede, maar het onderdeel voor de kernpodia is niet het enige subsidieonderdeel waar de popsector gebruik van kan maken. Alle 7 onderdelen van de programmeringsregeling staan open voor popmuziek. Daarnaast is er voor bands ook de mogelijkheid subsidie aan te vragen binnen de projectenregeling, waar voor een reeks concerten en de voorbereiding daarvan een bijdrage kan worden gevraagd. Voor buitenlandse concerten zijn er een aantal mogelijkheden voor bands binnen de internationaliseringsregeling.
Wanneer je het zinvol vindt kan het Fonds wellicht een uitleg op je blog plaatsen.
Hartelijke groeten, ... STAFMEDEWERKER MUZIEK FPK
Reply van YL aan FPK:
Hoi ...
Dank je voor je zeer uitgebreide reactie. Zaken worden mij steeds helderder:)
Er zitten een aantal punten die ik vreemd/onjuist vind en soms helaas in mijn nadeel zijn. Dat laatste is uiteraard subjectief, maar ik wil benadrukken dat dit niet mijn individuele situatie is, maar algemeen bij de niche van moeilijkere, artistieke popmuziek, zoals eerder gespecificeerd in andere mails en de EHPO-artikelen.
Het getal ±1200 subsiabele optredens is een zogenaamde cirkelredenatie en geen conclusie die kan worden aangedragen als goed (of slecht) beleid. Het is de eenvoudige uitkomst van 600k uitgeven conform de gage-richtlijnen zoals door jullie is opgesteld. Simpel gezegd als je de gage-getallen halveert heb je ineens 2400 subsiabele optredens.
Vervolgens is er een gemiddeld bezoekersaantal van ±200. Dit getal klopt volgens mij niet. Ik kan geen rekenmodel opstellen waarbij je met 200 bezoekers nog steeds verlies draait en aanspraak maakt op subsidie. Kun jij eens een voorbeeld geven met 200 bezoekers tegenover entree-hoogte X en gages Y en Z, waaruit een subsidie rolt?
Ik heb de indruk dat die 1200 een totaalaantal betreft waarvan maar een deel subsidie ontvangt vanwege te weinig bezoekers. Als dat het geval is gaat mijn 2400 getal niet op, maar kom ik weer tot een andere conclusie. De 20 mensen die ik vaak benoem gaat over dat soort optredens in de kleinstedelijke popzalen. Daily Bread in De Pul, Hospital Bombers in de Escape (2 mensen en ik als 3e stond op de gastenlijst). Doe maar eens navraag bij artistieke bands en hun ervaringen in de provinciezalen. Iedereen lacht mee om het bezoekersaantal en dat ze toch desondanks 400-500 ontvangen, terwijl je in een volle Tivoli de Helling 150 krijgt. Dat is zo'n merkwaardige paradox en die wordt m.i. veroorzaakt door de subsidie-structuur die niet goed inspeelt op de marktonderdrukking op voorprogs bij de grote zalen.
Afgerond 1/5e van de optreden is in combi met een buitenlandse act ontving subsidie tegenover 4/5e strikt NL bands. Dat is allerminst een gelijke balans van hoe het geld verdeeld wordt.
EKKO OCCII lopen inderdaad voorop en doen mijns inziens zeer goed werk voor het profiel bands waarvoor ik deze kwestie aandraag.
Ik denk dat jullie huidige regelgeving prima werkt voor de 4/5e groep. Niets aan kolom 1 veranderen, ook voor Kraantje Pappie en Mr. Polska moet er ruimte zijn in de wereld. Het is dus ook niet mijn intentie om een revolutie te veroorzaken, maar ben voor een nivelering zodat ook onze groep artiesten een rechtvaardige behandeling krijgt. Daar is nu geen sprake van. Artistieke bands spelen in de kraakscene en de 0-150 voorprogs, niet in de kleinstedelijke zalen. Een verandering in kolom 2 of een aparte regeling voor voorprogs in grote zalen kan dat probleem oplossen.
Er is mogelijk iets aan verwarring ontstaan over het begrip Randstad. Ik bedoelde grootstedelijk. Gouda, Zaandam en Alphen a/d Rijn is ook Randstad maar sluit niet aan bij ons profiel, omdat het geen steden zijn met een serieuze muziekscene. Dat ligt vaak gekoppeld aan steden waar zich universiteiten en kunstacademies bevinden.
>>> vervolg in volgende comment ipv max 4000 tekens >>>>
>>>> Deel 2 van mijn reply aan het FPK >>>>
Je benoemt de SRP podia. Ik had al begrepen dat dat een andere groep was. Je geeft vervolgens aan dat het aanvullende regelgeving voor popmuziek zou leiden tot een ongelijke behandeling tov theaterzalen. Ik ben dat volledig met je eens. Echter ook hier is een soort merkwaardige cirkelredenatie gaande.
Wie besluit dat Paradiso, Tivoli, Melkweg etc. SRP-podia worden? Volgens mij doet het FPK dat. Vervolgens blijkt dat er door de algemene richtlijnen die gelden voor SRP dat er een 0-150 euro voorprog-probleem gaande is. Dat is niet zo in de theaterwereld. Het is onlogisch om Tivoli De Helling gelijk te trekken met theaters. het is logischer om het gelijk te trekken met EKKO. Extrapolerend is het ook logischer om het popbeleid gelijk te trekken met Tivoli Oude Gracht, de Melkweg, Doornroosje en die uit die SRP te halen maar te promoveren tot een autonome groep Kernpodia I. De huidige kernpodia kun je dan vervolgens indelen in kernpodia II, III en IV. Nu ontbreekt de kroon op het systeem, omdat die even uitgeleend is aan een samengezochte groep. Begrijp je dat er sprake is van een cirkelredenatie?
Ik wil nog iets dieper ingaan op de onrechtvaardige behandeling van NL-bands die in combinatie-avonden spelen.
Een voorprog-onderhandeling is simpelweg niet mogelijk. Ik werk met Alles Los Agency en ben geen amateur in onderhandelen en weet goed hoe je zaken moet beklinken. Het is in dit geval een veel te lage gage-aanbod slikken of wegwezen. Ik streef een marktprotectie na voor het voorprogs vanuit het subsidiefonds, omdat de voorporgs de sluitpost zijn in de onderhandeling tussen zaalprogrammeur en de boeker van het hoofdact. Die boeker bepaalt of 50-150 euro fooi voor het voorprogramma wel of niet in orde is, de zaalprogrammeur heeft dat te slikken, de NL-band is daarin altijd het slachtoffer. Dat vind ik een oneerlijke situatie waar het FPK wel degelijk met een strikter regelgeving in kan sturen. Zowel de zaalprogrammeurs als de NL-bands zijn daarvoor, de boeker van de buitenlandse act uiteraard niet.
Mijns insziens is het juist de taak van een subsidiefonds om bij te springen daar waar door marktwerking onredelijke prijsonderdrukking ontstaat.
Je benoemt terecht nog even de overige regelingen. Ik ben op de hoogte dat dit niet het enige is wat jullie doen op het gebied van popmuziek. Het is enkel het gat waarop ik vastloop met Bismuth en waarvan ik denk dat het slimmer in elkaar gestoken kan worden en wil graag op zoek gaan naar oplossingen daarin.
De export-subsidie is een fantastisch orgaan. Ik ben zelf erg van de zelfredzaamheid en betaal Europa uit eigen zak. Bij hoge uitzondering als ik mijn zaken niet gedekt krijg voor bijvoorbeeld hoge reiskosten, doe ik aanvraag. In mijn geval is dat enkel als ik buiten Europa reis en de organisatie elders niet in staat is om mijn ticket te vergoeden. Tot nu toe is dat slechts 1x gebeurt in de 7 jaar dat ik professioneel actief ben. Ik vind het belangrijk om dat aan te geven, want ik ben allerminst het type subsidie-zoeker waar de PVV en VVD een hekel aan hebben. Ik vind dat in een rijk land als NL er een subsidiestructuur moet zijn voor te marginale niches. Mijn internationale werk valt daar gelukkig niet in, de optredens met Bismuth en van de bevriende bands wel.
Ik zal een uitreksel van deze mail en jouw antwoord onder het artikel op EHPO plaatsen, zodat meer mensen inzicht krijgen in deze complexe materie.
Ik kijk zeer uit naar een goede oplossing voor iedereen:)
groetjes,
Yuri
Een reactie posten