Yuri Landman: 'Vanwege de brede interesse voor mijn artikel over de verschillen tussen de Amerikaanse en Noord-Europese muziekcultuur en de daarop volgende aanvullende artikelen van Dirk [over mentaliteit] en Willem [die schreef op basis van de ervaringen met zijn band Antillectual], dacht ik afgelopen weken na over het verschil tussen Nederland en België. Mijn indruk is dat België ontvankelijker is voor vernieuwing in muziek. Ik liep daarop vast, omdat ik er te weinig inzicht in heb en om dat überhaupt goed te kunnen duiden zal ik eerst een totaal andere vraag moeten beantwoorden. Mede omdat mijn werk zich in een niche bevindt en niet een juiste weerspiegeling is van wat normaal gesproken onder popmuziek verstaan wordt. De beginvraag van dit artikel is dan ook: Wat is popmuziek?
Ik acht het niet onwaarschijnlijk dat dit artikel de nodige discussie op zal leveren. Het is ook niet bedoeld als waarheid, maar beter te beschouwen als een overdenking vanuit een individueel perspectief.
Wat is popmuziek en welke muziek eigenlijk niet?
'Uitgaand van het woord populair zou je grofweg kunnen zeggen dat elke band die zijn DWDD-minuut heeft gehad te scharen is onder het begrip popmuziek. Hoewel lang niet alle bands die in dat programma spelen mainstream zijn, is een presentatie daar met een dergelijk groot publiek niet langer te bestempelen als niche. Interessant genoeg om de beeldbuis te vullen voor een publiek van ± 1 miljoen voor een minuut. Mijns inziens een eenvoudige parameter die zeer grof duiding geeft aan de definitie wat popmuziek is.
‘Kunstmuziek’
'In de literatuur over klassieke muziek komt wel eens de term ‘kunstmuziek’ (art music) naar voren. Een nogal pretentieus begrip, dat ook bij mij aanvankelijk wrevel opriep, terwijl ik toch door veel mensen als behoorlijk ‘arty-farty’ wordt gezien. Muziek is immers altijd kunst. Ik kan er niets aan doen dat die term bestaat en zal in het kort uitleggen wat het ongeveer betekent. Kunstmuziek is in het motief van de maker of in de beoordeling van de luisteraar het tegenovergestelde van entertainmentmuziek, ook vaak ‘lichte muziek’ genoemd. Niet het plezier of kwantitatief succes staat voorop, maar de boodschap is het belangrijkst. Muziek die iets wil vertellen. Vaak hangt die boodschap samen met een concept dat verwerkt ligt in de muziek en/of in het tekstuele deel van de muziek. Veel klassieke muziek van bekende componisten valt om die reden onder de noemer kunstmuziek, maar ook enkele vormen van popmuziek vallen onder die noemer. Das wohltemperierte Klavier van Bach, waarmee Bach aantoont dat de Wreckmeister stemming bepaalde transponanties toestaat die daarvoor onmogelijk waren. Opera’s waarin een een verhaal wordt verteld. De abstracte 4.33 min. stilte van John Cage. Animals van Pink Floyd. En, weliswaar minder bekend, Rhys Chathams Guitar Trio en Half Japanese, over wie ik eerder achtergrondartikelen schreef, hebben ook beide een sterk conceptuele insteek. Muziek met een gelaagdheid.
Conceptueel & intuïtief werk
'Er heerst onder liefhebbers van klassieke muziek wel eens wat dédain. Ik heb Paul Witteman hoog zitten als journalist, maar zodra hij over muziek gaat praten, komt dat bij hem naar voren. Hij weet nagenoeg niets van popmuziek [eens!] en met name niets van experimentele popmuziek. Het lijken twee gescheiden werelden. Duidelijk moet echter zijn dat kunstmuziek, ook wel bestempeld als ‘high art’, niet zozeer beter is dan ‘low art’ popmuziek. Het duidt enkel het verschil aan tussen grofweg handelen vanuit concept of vanuit intuïtie. Popmuziek is in hoofdmoot intuïtief. Men speelt wat akkoorden, mijmert er een melodietje over en verzint daar een zo geloofwaardig of pakkend mogelijke tekst op. En dat is prima en allerminst ondergeschikt aan conceptuele gelaagde werken. Het bestaat gelijkwaardig naast elkaar. Als ik naar mijn eigen platenkast kijk, zie ik vooral een mengvorm tussen die twee uitersten. Bill Callahan’s werk als singer-songwriter beoordeel ik vooral als intuïtief van aard, Sonic Youth is een stuk conceptueler maar gelijktijdig ook expressief en Glenn Branca maakt vooral conceptueel werk. Voor elke vorm een geschikt tijdstip in de maand. Belle & Sebastian zet ik aan als mijn schoonmoeder pizza komt eten, waarbij ik me wel afvraag of die band van een dergelijke anekdote blij zouden worden...
Entertainment
'Het zal iedereen duidelijk zijn waar ik ongeveer zit met mijn eigen muzikale werk. Het vormt zich vooral vanuit overpeinzing, theoretische modellen en nieuwe instrumentuitvindingen. Is dat nog popmuziek? Niet in de zin dat het bedoeld is als entertainment. Ik wil nieuwe klankmogelijkheden presenteren — als mensen dat mooi vinden is dat een leuke bijkomstigheid. Ik vind van mezelf dat ik weinig talent heb in het intuïtief musiceren. Ik voel me in mijn output meer op mijn gemak als ik me richt op het conceptuele. Mijn output wijkt af van wat ik luister. Ik luister veel popgerichter dan mensen mogelijk vermoeden, vandaar dat ik uit betrokkenheid nogal verbaal aanwezig ben op onder andere deze website.' Waarvoor dank, Yuri ;-)
Subjectief
'Waar ik eigenlijk naartoe wil is dat muziek niet zwart-wit te verdelen is. Sommige muziek is met name gericht op vernieuwing, mensen verbazen. Andere muziek is vooral bedoeld ter vermaak. Tussen die twee uitersten ligt een heel palet van grijswaarden, die door elk persoon anders gewaardeerd zal worden. Voor de ene persoon is Lucky Fonz III een valszingende kraai [waarvan acte, gisteren op Twitter...], voor de ander een literaire singer-songwriter. Voor mij is het easy listening pop met een goed wrang vocaal randje. De grijswaaier is dus niet eenduidig helder vast te stellen en dat is waarom je zo eindeloos en fel kunt discussïeren over muziek. Leg gevoel maar eens uit met woorden.
Ticketsales vs. Experimentele Pop
'Ik kom nu tot het hopelijk discussie ontlokkende punt van kritiek dat ik heb op de Nederlandse muziekcultuur. Popmuziek werkt op het principe van ticketsales. Een band die veel publiek trekt krijgt meer dan bands die minder publiek trekken. Dat lijkt een eerlijk systeem, maar het is tegelijkertijd een dom kortzichtig systeem dat lang niet in elk opzicht ideaal is. Als je de collectie van het Stedelijk Museum zou laten bepalen door populariteit onder het volk, zouden de zalen gevuld zijn met Rien Poortvliet of Nico Vrielink in plaats van Mondriaan en Rothko. En niet onwaarschijnlijk met meer traffic, maar een kunstmuseum inrichten als de Efteling zou desastreuze gevolgen hebben voor het imago van Amsterdam en dat is indirect veel geld waard.
In de muziekcultuur zitten om soortgelijke redenen klassieke muziek, jazz & wereldmuziek en modern klassiek veilig opgeborgen in het Concertgebouw, het Bimhuis en het Muziekgebouw aan ’t IJ. Een goede zaak, maar hoe zit het met de muziek die daar net buiten valt? Mijn werk wordt in het buitenland vaak gecategoriseerd in de hoek van het Bimhuis en Muziekgebouw aan ’t IJ, maar ik kom ook op plekken die meer richting popmuziek neigen. En waar positioneer je bijvoorbeeld een band als Herrek, die een sterk conceptueel karakter in zijn werk legt? Waardering vanuit ticketsales gaat naar mijn mening niet altijd goed op voor experimentele popmuziek. Er komt een klein publiek op af, terwijl vrijwel elke recensie laaiend enthousiast is. Hoe vertaal je dat naar een eerlijkere, gelijkwaardige financiële waardering in verhouding tot bijvoorbeeld modern klassiek, wereldmuziek en jazz? Hoort experimentele pop niet meer thuis in dat rijtje in plaats van dat het vanuit marktwerking vergeleken wordt met entertainmentmuziek als bijvoorbeeld Ilse de Lange of Jantje Smit?
Subbacultcha!
'En het is niet alleen Herrek die ik hier nu even als voorbeeld aanhaal. Muziekplatform Subbacultcha! groeide in 10 jaar uit tot een instituut met 1500 vaste leden. Afgelopen donderdag hielden ze een showcase van 22 Nederlandse acts die zogezegd ‘underground’ zijn. Promo-artikelen vooraf in de VPRO-Gids, NRC en Volkskrant. Er was 800 man. Stijf uitverkocht. Mensen die er niet meer in kwamen. Vrijwel elke journalist was aanwezig. Zo underground vind ik dat niet. Het is een substantiële tegencultuur, wars van hoe dingen horen volgens de gevestigde orde in muziekland. Buma/Stemra, OOR, Noorderslag, radio en TV worden niet langer serieus genomen. Hoe vertaalt zich dit alles naar het landschap van de gesubsideerde popzalen? Niet.
Subsidie-zalen vs. het DIY-circuit
'De betreffende bands zijn actief in een eigen circuit van DIY-zaaltjes en de kraakscene (opheffen dat verbod — 15% van de kantoorpanden staan leeg in NL!) met een publieksaantal dat hoger ligt dan wat er op een DWDD-bandje in bijvoorbeeld popcentrum de Escape in Veenendaal afkomt. Dit alles op basis van nul subsidie en meestal met deurdeal gages. Het opmerkelijke is dat provinciezaaltjes zoals de Escape 5x zoveel betalen voor in feite flauwekulavonden voor 20 man, inclusief beveiligingsbeambte bij de deur en allerlei andere onnodige restricties vanuit stadsbeleid en veiligheid. En daar nog overheen: de deurdeal-gages liggen gelijk of soms zelfs hoger (De Nieuwe Anita, Asteriks, Lepel) dan wat goedlopende concertzalen in de randstad bieden als je een voorprogramma speelt. Waar blijven die tonnen subsidie en waarom vloeit die niet in verhouding terug naar bands die komen spelen? Een minimumvergoeding van 300 euro is sociaal gezien geen gek hoog bedrag voor een band die een voorprogramma komt doen met 4 man, een geluidsman en een gehuurde bus. Nu liggen die gages op 75-150 euro. Je draait verlies als band, alleen al op benzine, bushuur en parkeergeld. Om die reden doe ik, een uitzondering daargelaten, vrijwel geen voorprogramma's met Bismuth in dergelijke zalen en kies enkel voor het ondergrondse vriendencircuit dat wel eerlijk handelt met de weinige middelen die ze bezitten. Het buitenland betaalt wel aanzienlijk voor mijn act in contrast tot Nederlandse zalen. Waarom? Ik heb geen idee. The Ex heeft ditzelfde probleem, zie bijvoorbeeld het interview met gitarist Andy Moor.
Gewaagder programeren van subsidiegeld
'Ik zeg niet dat elke zaal zo radicaal als WORM of Extrapool moet programeren. Het is goed dat dat bestaat en het uiterste in het spectrum vormt, maar het zou naar mijn mening wenselijk zijn als meer zalen investeren in bands die meer gelaagdheid in hun werk hebben en niet visieloos blijven gaan voor de 75-150 euro uitbuiting en/of Rien Poortvlietjes boeken om de zalen gevuld te krijgen. Het doel van een gesubsidieerde concertzaal is cultuurverspreiding. Dat is iets anders dan zoveel mogelijk schoenen verkopen.
In aanvulling hierop zou het mijns insziens goed zijn als de wat meer elitaire zalen als het Muziekgebouw aan ’t IJ en het Bimhuis inzien dat gelaagde kunst ook in de moeilijkere popmuziek aanwezig is die nu veroordeeld is tot een niche-circuit, en hun programering verbreden waardoor het gat tussen academische kunstmuziek en experimentele popmuziek kleiner wordt. Waarom bijvoorbeeld geen fatsoenlijk betaalde maandelijkse showcase van 4 artistieke bands in het Muziekgebouw?
Subsidie is iets heel moois, maar niet als er indirect geen aanspraak op gemaakt kan worden door artiesten en het in de cultuurinstellingen zelf verdwijnt.'
Laat de discussie starten... Dank weer, Yuri!
16 opmerkingen:
Een heel mooi betoog, maar de 'oplossing' dat mainstream zalen meer underground moeten programmeren van subsidiegeld vind ik nogal zwak. Undergroundbands worden niet blij van goed betaald voor 10 man spelen (inclusief personeel en vrijwilligers) in de Escape in Veenendaal. Het lijkt mij verstandiger om underground initiatieven die niet vastzitten aan een podium te ondersteunen. En zorg dat er eindelijk eens wat subsidiegeld rechtstreeks bij muzikanten terecht komt. Zonder dat ze bullshit-projecten hoeven te bedenken die subsidiabel zijn, maar gewoon op basis van vertrouwen in talent.
We vullen elkaar aan.
Ik typte over de Escape dat de avonden daar armoe zijn, want er komt dus sowieso geen hond tenzij het De Kik is (de gitarist komt uit Veenendaal).
Je antwoord is dus ook niet de juiste interpretatie van mijn betoog.
Het ging mij vooral om de armzalige vergoeding die jij ooit kreeg toen je het voorprog van A Place To Bury Strangers deed in een grote zaal voor een goed publiek. Daar is 150 euro een schandalige vergoeding. Dat slaat gewoon nergens op.
Ik ga in het artikel heel snel over van de Escape naar het probleem van vergoedingen in grote zalen voor voorprogs. Die twee zaken moet je dus even goed uit elkaar houden.
Erg mooi betoog wat de vloek van bijna alle bands in NL illustreert.
Het blijft moeilijk voor bands om hier mee om te gaan. Ik ervaar het zelf hoor het veel om me heen. Als muzikant wil je graag spelen. Je stopt tijd, geld, moeite en veel enorm veel van jezelf in een product wat je boven alles graag met anderen wilt delen.
Met die overweging word je vaak gedwongen voor een stuiver en een snickers en spelen. Het is dat, of niks. Zeker wanneer een voorprogramma je kan introduceren aan een nieuw publiek. Wanneer een Tivoli of Paradiso je benadert zeg je geen nee tegen die 50,-.
Ik wil nog een zeer raar feit toevoegen aan de discussie: Ik ken aardig wat mensen die in coverbands spelen of speelden, en daar hoor ik altijd van bergen goud en absurde gages. Uiteraard zit je dan in het 'entertainmentcircuit', waar de cafebaas of programmeur graag de portemonnee voor trekt. (bekende liedjes trekker immers volk, en er wordt bier gedronken.)
Dit laat mij wel zien dat de hele waardering voor (pop)muziek volledig scheefgegroeid is. Het lijkt vaak dat je als band (met een redelijk CV) alsnog blij zou moeten zijn dat je in Café Harry op de Hoek mag spelen voor 1 muntje en een bord erwtensoep.
We hebben vaak gespeeld met het idee om onze muziek meer op theater te richten om dan in een ander (beter gewaardeerd) circuit terecht te komen, maar maak je dan nog wel precies wat je wilt?
Op het moment zijn we een soort minitourtje aan het draaien met 3 bands: met het idee om een avondvullend programma aan te bieden, met eigen geluidsman, backline en de hele mikmak. Juist als reactie op deze ontwikkelingen. We bieden het aan voor een spotprijs maar toch zijn er nauwelijks kleine popzalen die het geld er voor over hebben. Tenzij voor deurdeal.
Dat probeer ik Ad-rem uit te leggen maar daar moeten we toch echt betalen.....
Exact, ik begrijp niet waarom er geen minimumvergoeding per optreden bestaat.
Hoe kan het zijn dat een A-zaal in de stad tonnen subsidie ontvangt, maar gages uitkeert die lager zijn dan een deurdeal bij een kraakhol?
Die twee zaken rijmen niet met elkaar.
De ticketsale-mentaliteit van de programmeur is in conflict met de subsidie die hij ontvangt. Prima als je zo wilt denken, maar dan mag je m.i. geen aanspraak op subsidie maken.
Interessante punten. In het kader van "laat de discussie starten" wil ik ten eerste opmerken dat ik overtuigd tegenstander ben van individuele kunstsubsidies. Tot mijn verdriet zijn deze in Nederland lange tijd verstrekt en ik geloof niet dat ik daarover ooit een succesverhaal heb gehoord. Misschien ligt dat aan mij, dan hoor ik het graag . Een objectieve beoordeling van wie wel en wie niet recht heeft op kunstsubsidies acht ik vrijwel onmogelijk. Wat muzikanten betreft, je wordt goed door je KAPOT TE SPELEN (hopelijk hoort iedereen dat) en hoe eerder je begint hoe beter je kunt worden. Als we als Nederland toptalenten willen afleveren moeten we ervoor zorgen dat kinderen na geboorte een gitaar of piano in hun handen gedrukt krijgen. Talent krijg je namelijk door van jongs af aan zoveel mogelijk te oefenen. Kijk anders naar "the making of me" met Vanessa Mae.
Dat popzalen het moeilijk hebben is natuurlijk een feit en toch hebben we in Nederland een mooi clubcircuit. Subsidie aan hen lijkt me welbesteed. Daar kunnen meer mensen van profiteren dan van individuele subsidies en bovendien draagt het bij aan een gunstig "muziekklimaat" .
Bij kunstmuziek miste ik overigens nog flamenco, het eerste immateriële iets op de Unesco-lijst. Met wijd gestrekte invloeden. Waar kinderen mee grootgebracht worden en wat daarom wereldklasse oplevert. Niet door individuele subsidies. Paco de Lucia z'n vader zei op zijn 12e tegen hem: "ik kan je school niet betalen dus moet je verplicht de hele dag oefenen op gitaarspelen want daar moet je later je brood mee verdienen". Daar krijg je talenten van :-)
Er wordt kortzichtig gedacht over subsidies aan clubzalen. Alsof het geld daar van de muur af druipt.
Zalen moeten inderdaad zorgen voor een artistiek verantwoord programma, maar ook hun begroting in de gaten houden (waarbij entree en drankinkomsten vele malen belangrijker zijn dan subsidie). Ik programmeer zelf in een zaal, werk in opdracht als tourmanager voor bands en kom daardoor in andere zalen en zie WEL dat geld terugvloeit naar bands. Echter; er zijn ongeveer 30.000 bands in Nederland (cijfer volgens Popinstituut van een paar jaar geleden). Je kunt niet verwachten dat iedere band van die 30.000 in een clubzaal speelt en al helemaal niet een 300 euro gage ontvangt. Dan is het clubcircuit ten einde.
Geloof mij; als een band zichzelf kapot speelt in de undergroundscene, een bepaald nivo opbouwt MAAR OOK mensen aan zich bind (die Rembrand in het Rijksmuseum trekt echt mensen naar Amsterdam, misschien nog wel meer dan Rien Poortvliet) dan komt zo'n band (met een goeie hardwerkende instelling en lef) echt wel bovendrijven. Helaas zijn er dit geen 30.000 (DWDD is 5 dagen per week, dus per jaar zo'n 250..
Ik wil het omdraaien; er zijn genoeg bands die claimen een plek op een podium te krijgen omdat we gesubsidieerd worden en dat dat daarom moet. Nee sorry; soms werkt het gewoon niet.
Ik liet mij in dit stuk nergens uit over individuele subisidie, ook al kan ik je bj deze wel een lijstje goed benutte voorbeelden geven uit de stripwereld:
- Rampokan van Peter van Dongen
- de boeken van B. Stok
- het boek over Spinoza van Jaron Beekes
- Rembrandt van Typex
- boek van Pontiac over zijn vader
- de boeken van Guido van Driel
- HP Lovecraft van Kriek
- etc.,
De lijst is vrij lang op stripgebied. Dit rijtje dat ik nu uit mijn hoofd opsom geeft aan dat je idee van enkel flop en rommel niet geheel klopt. Al deze boeken kregen brede media-aandacht, verschenen bij toonaangevende uitgeverijen en verkochten goed.
Terug naar de muziek:
Ik ben als persoon bepaald geen liefhebber van de muziek van Kyteman Orchestra. Toch zal ik de laatste zijn die vind dat zulke projecten niet hier en daar als proefballonnetje geprobeerd mogen worden. De subsidie die naar dat soort projecten gaat vervliegt daarbij vaak in de kosten en is geen bonuscultuurtje van de artistieke sector zoals het graag door Wilders en zijn maatjes wordt afgespiegeld.
Het gaat vaak fout. Veel flops inderdaad. Heb ik geen moeite mee. Experiment in evolutie brengt nu eenmaal veel onbruikbare misbaksels voort. Meestal met een korte levensduur. Daar hardvochtig over zijn is denk ik vooral gebaseerd op afgunst en jaloezie, maar nogal loos. Wees blij dat je geen gesubsidieerd misbaksel op je naam hebt staan, geef de sector wat speelruimte en vooral get a life en laat het zo zijn, want financieel gaat het daarbij om peanuts in relatie tot andere overheidsuitgaven. Het voelt vaak snel alsof er een patatje uit je bakje wordt gepakt. Ik kan me de irritatie dan ook wel voorstellen, maar het heeft geen effect op dat je maag er te leeg door zou zijn. Ik heb me erbij neergelegd dat mijn bouwprojecten nooit gesubsideerd zijn geweest en terugkijkend ben ik daar vooral trots op. Het is zo gelopen. Destijds klote, ik heb het overleefd dus het is goed zo.
Het credo spelen-spelen-spelen kan ikzelf eerlijk gezegd niet meer horen. Het is slechts 1 idee van hoe het moet. Voor mij heeft het nooit gewerkt. Ik ben een ontzettend beperkt gitarist en juist dat aspect veroorzaakte mijn koers.
Een gebrekkig ontwikkeld talent kan zeker een beperking zijn, maar in de uitzondering ook juist winst. Juist de uitzondering bepaalt in de kunst meestal de later geldende regels. In de meeste getallen is oefening complementair aan creativiteit, maar allerminst een regel en daarmee dus geen waarheid. Slechts een dogma en dogma's zijn nooit goed in de kunst en helaas koers voor de meeste artiesten. Ik wil vooral tegen veel bands zeggen dat ze eens een maandje moeten stoppen met oefenen en gaan nadenken over hun koers. Ook dat kan vooruitgang geven.
Ik ben met je eens dat op jonge leeftijd beginnen gunstiger is. In België is het muziekonderwijs voor zover mijn waarneming reikt breder ingeburgerd en daar kan NL naar mijn mening een voorbeeld aan nemen.
Flamenco is ±wereldmuziek uit Spanje;)
Over subsidie: Ik stipte vooral aan dat zalen die tonnen subsidie krijgen voorprogs boeken tegen gages die lager liggen dan doordeals in 0-subsidie kraakzalen. Dat vind ik onlogisch en niet erg recht. Dat was 1 vd de hoofdonderwerpen van het artikel.
Die vorige was gericht aan Paul.
Nu 1 voor Gijs.
Leg mij de verhouding maar uit tussen deurdeals van 250 euro in kraakzalen (0 subsidie) en gesubsidieerde zalen die vanuit beleid een NL-band die in een uitverkochte zaal als voorprog spelen niet meer uitkeren dan 75-150 euro.
Ik kan die 2 getallen niet met elkaar rijmen.
Ik mag het te eenvoudig afspiegelen, maar het lijkt me zinnige kritiek en laat maar zien waarom er een verschil is in de uitbetaling.
Dat er veel bands zijn ben ik met je eens. Ik heb het ook niet over de eerste de beste amateurband, maar over exp. bands die moeilijker weg te zetten zijn dan meer genre-gerichtte bands.
Voor welke zaal programmeer jij overigens? Als het een provinciezaaltje is, kan ik je mening volgen.
Daar gelden andere wetten.
Ik zie het al. De Pul in Uden. Daar had ik het dus niet over.
Lokaal punkbandje voor 50 euro neerzetten en zoveel mogelijk drinken, lijkt me een prima beleid.
Wat betreft voorprogs boeken tegen gages die lager liggen dan doordeals in kraakzalen. Bij grote concerten is het niet ongebruikelijk, geloof ik, dat je je als voorprogramma "inkoopt" i.v.m. de buma-inkomsten. Verder denk ik dat ik mijn punt gemaakt heb.
succes en groeten,
Daan
???? huh? Waar heb je het over?
1 Herrek en ik zijn om principiele bezwaren geen lid van BUMA dus hoe dat dan ligt, lijkt me een hele vreemde situatie. Betalen voor iets waar je niet voor ingeschreven staat. Oftewel klopt dus niet en het staat verder los van mijn opmerking dat subsidie vanuit het FvdP ervoor bedoeld is om een zo divers mogelijk aanbod te generen in NL. Dat staat haaks op een ticket sale-gedachte, echter het moet hand in hand om de zaak niet te laten klappen, dat begrijp ik ook wel en ik geef al aan da WORM en Extrapool mooie uitzonderingen zijn, maar niet de algemene richtlijn. Nu is bij de popzalen vnl geen hand in hand situatie, enkel ticket sale gericht denken op enkele uitzonderingen na (State-X New Forms is denk ik het meest extreme voorbeeld dat ik zo 123 kan bedenken). Dat mag mi wel wat wilder en uitdagender.
2 Inkopen is een gewoonte (vnl in de metal-scene) waarbij meetourende acts de hoofdact betalen (bijv. omdat ze deels qua reiskosten meeliften op de headliner, maar ook omdat het gewoon een dikke middelvingerbusiness is in die scene). Dat staat volledig los van wat de zaal met een NL-voorprog onderling regelt. Heeft niets met elkaar te maken en gaat over een ander segment (Voorprog van Korn in het Govert Stadion vs 200 man optreden in Tivoli de Helling)
Die andere punten had ik al op gereageerd ja. Je mag het me oneens zijn, geeft niets en ieder zijn mening.
Waar ik het over heb is dat als bijvoorbeeld Paul mcCartney het Gelredome uitverkoopt, dat het bijvoorbeeld kan gebeuren dat een Beatleske bandje als voorprogramma hem betaalt omdat ze een gegarandeerde Buma-omzet hebben.
Het onderscheid tussen ‘popmuziek’ en ‘kunstmuziek’ is al van oudsher diffuus. Morgen begint het World Minimal Music Festival in verschillende gesubsidieerde 'serieuze muziek'-zalen in Amsterdam en Eindhoven. Minimal music is nu een gevestigde en alom bejubelde stroming binnen de ‘nieuwe muziek’, maar Steve Reich en Philip Glass voerden hun – voor ‘hedendaagse muziek’-maatstaven makkelijk in het gehoor liggende stukken – in de jaren ’70 op in downtown kunstgalerijen in New York en San Francisco en werden destijds door critici nauwelijks serieus genomen (maar beïnvloedden wel John Cale, David Bowie, Sufjan Stevens en vele andere popmusici). Glass’ muziek wordt nu gebruikt in American Express reclamespots, maar hij zal zijn eigen werk zeker als kunstmuziek beschouwen. Een duidelijk geval van de achterhaaldheid van het strakke onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunst.
Ook vind ik de breed getrokken dichotomie tussen conceptuele en intuïtieve muziek problematisch. Het idee van absolute muziek waarbij de componist als autonoom kunstenaar fungeert is überhaupt een concept van vrij recente origine dat ongeveer bij Beethoven begint. Daarvoor werd muziek vooral in opdracht en per strekkende minuut geschreven en was er, hoewel doorgaans iets complexer van structuur dan een gemiddeld popnummer, voor de tijd weinig innovatiefs aan. Je zou kunnen beargumenteren dat de muziek die de tand des tijds overleefd heeft (bijv. Bach) een zekere innovatief karakter heeft (bijv. m.b.t. welgetemperde stemming of het introduceren van nieuwe intervallen), maar de vraag is of dit zozeer geldt voor de Strauss-composities die André Rieu nog ten gehore brengt. Bovendien komt ‘intuïtief musiceren’ mijns inziens voort uit het internaliseren van bepaalde muzikale concepten, tot op het niveau dat ze intuïtief aanvoelen. Vaak is vernieuwing niet expliciet: de muziek van zowel de Beatles als Nirvana zit vol met harmonische innovaties (bijvoorbeeld ambigue akkoordenprogressies en combinaties van blues- en klassieke septiemen) die getuigen van muzikaal talent maar geen van beide bands was destijds bewust bezig ‘vernieuwend' te zijn, zoals een Velvet Underground of Sonic Youth dat was, en beiden waren/zijn razend populair. Visionaire, ‘gelaagde’ muziek hoeft lang niet altijd ‘moeilijk’ te zijn.
Popmuziek lijkt me ook niet alleen gebaseerd op ticketsales. Hoewel het zeker een rol zal spelen, krijgen popzalen subsidie voor het aanbieden van een, zoals Gijs het noemt, ‘artistiek verantwoord programma’. Daar zal af en toe een melkkoe tussen zitten (vaak dance-programmering) die het dan weer mogelijk maakt om een meer underground band te boeken waar 17 'liefhebbers’ op af komen. Popmuziek is op provinciaal en gemeentelijk niveau in de afgelopen jaren vaak van de welzijns- naar de cultuurportefeuille verschoven, hetgeen inhield dat popmuziek als artistieke uitingsvorm serieuzer genomen werd. De professionaliseringsslag in de sector bleef echter achter; popzalen zijn van oorsprong vaak vrijwilligersorganisaties en/of kraakpanden en kunnen de schaalvergroting niet bijbenen, met wanbeleid als gevolg. Tevens is er sprake van een gebrek aan beleid op bovenlokaal niveau met bijv. een overkill aan podia in de randstad. De problemen lijken me voort te komen uit een fundamentele incongruentie tussen de dynamiek van de popsector en de logheid cultuurbeleid op landelijk niveau. Dit lijkt me ook de reden dat initiatieven van onderaf (Subbacultcha, Lepel) vaker wél succesvol zijn.
Uit de reactie van Stanley spreekt een zekere verongelijktheid over het trieste lot van de vele bandjes die niet aan de bak komen, i.t.t. de goedbetaalde coverbands. Helaas is het nou eenmaal zo dat, zoals Gijs al aangeeft, het aanbod in de amateurpopmuziekwereld de vraag ver overstijgt. Dat band X dan wél recht heeft op een gesubsidieerde plek op een poppodium wordt in de praktijk vaak bepaald door de hoeveelheid publiek die de band trekt, doch in theorie tevens door de mate deze band bijdraagt aan het 'artistiek verantwoord' programma. Wie bepaalt dit?
In de kunstmuziek zijn het de gestudeerde critici die - niet zonder enige discussie - bepalen wat wel of geen artistieke waarde heeft, aan de hand van enigszins vaste criteria, zoals harmonische verfijning, orkestratie, etc. In popmuziekland ontbreken deze vaste criteria volledig, of verschillen ze in elk geval totaal per stijl. Je kapot oefenen op je instrument, zoals hierboven geopperd wordt, is voor het maken van geloofwaardige garagerock eerder af dan aan te raden. Voor de meeste mensen wordt hun waardering van popmuziek bovendien ernstig gekleurd door nostalgie, (sub)cultuur, sociale klasse, opleidingsniveau, huidskleur, geografische locatie, sociale omgeving, etc., hetgeen een objectief oordeel van muzikale eigenschappen in de weg staat. De vraag is of dit erg is. Popmuziek is een plek waar opvattingen over leven, politiek, seksualiteit, geloof en andere zaken die men belangrijk acht geuit en bediscussieerd worden, soms expliciet, soms tussen de regels door (zie de beatles/stones rivaliteit, zie de anti-disco beweging, etc.). In de serieuze/alternatieve 3voor12-kringen heerst wat dat betreft een zekere 'rockisme'(http://en.wikipedia.org/wiki/Rockism): een neiging om serieuze, kunstzinnige ‘indiepop’ als artistiek kredietwaardiger te beschouwen ten koste van stijlen als house, techno, r'n'b of hip hop. De bottom-line is dat het objectief gezien erg moeilijk is de ene popmuziek als superieur aan de andere te beschouwen. Dit maakt popsubsidies aan de hand van beschouwde kwaliteit, aan “bands [of acts, of dj’s/producers] die een zekere gelaagdheid in hun werk hebben” vrij precair. De taak van een overheid is een zo democratisch mogelijk popbeleid, waarin een zo breed mogelijke programmering, die een zo groot mogelijk deel van de bevolking aanspreekt, nagestreefd wordt. Of dit in de praktijk zo makkelijk is betwijfel ik..
@Paul: Wat PMcC regelt met zijn voorprogs is onze kwestie niet. Hoe Buma zich daarin verhoudt evenmin. Wat heeft het volgens jou met subsidiebeleid en poppodia te maken waarover mijn artikel handelde? Ik volg je niet helemaal meer.
Een reactie posten