Overeenkomsten:
- De eerste overeenkomst is de meest zichtbare en hardnekkige: zowel de boeken- als muziekindustrie waren traag in het omarmen van de digitalisering. Dat is een traditioneel proces in een veranderende wereld: afscheid nemen van een oud businessmodel zonder de zekerheid van een succesvol nieuw leidt eerst tot ontkenning en daarna een tegenreactie. Bij zowel de muziekindustrie als de boekenbranche gebeurt min of meer hetzelfde: overtreders worden aangepakt (procederen, persoonlijk of via instanties als BREIN), producten beveiligd (DRM) of zelfs van spyware voorzien. Vanuit de industrie bezien begrijpelijk, maar wie van een afstand kijkt, ziet een complete industrie jagen op zijn eigen, vaak beste klanten in plaats van dienstverlening en producten aan te passen aan nieuwe technische mogelijkheden en daardoor veranderde klantwensen en consumptiepatronen. Gevolg: klanten ‘wennen’ aan werkende illegale varianten, raken geïrriteerd, hebben te weinig alternatieven en zijn steeds minder bereid (of hebben de kans niet) om te betalen voor muziek of boeken.
- Ook blijken grote industrieën traag, moeilijk of niet in staat collectief op de veranderde omstandigheden te reageren. Napster, Kazaa en anderen laten rond 1997 zien wat er technisch mogelijk is (weliswaar illegaal). De consument laat zien behoefte te hebben aan het gemak en volledigheid van het aanbod, maar moet bijna 10 jaar wachten alvorens een vergelijkbaar legaal alternatief op de markt verschijnt (in 2006, Spotify). Daarbij treedt een klassiek kip-ei-verhaal op: moeten illegale mogelijkheden eerste gedwarsboomd en gestraft worden alvorens legale tot ontwikkeling kunnen komen (min of meer het standpunt van Tim Kuik en BREIN en dus van de industrie die ze financiert) of moeten legale oplossingen worden ontwikkeld op dusdanige wijze dat ze een serieus alternatief vormen voor illegale varianten?
- Digitalisering maakt het productieproces en daarmee het product goedkoper. Een album opnemen kostte decennialang tonnen, bedragen waarvoor een voorschot van en contract met een platenmaatschappij noodzakelijk waren. Opnamen van voldoende tot uitstekende kwaliteit zijn inmiddels, onder bepaalde voorwaarden, voor een fractie van die kosten te maken. Uiteraard blijven talent, songs, ideeën en ervaring met die nieuwe techniek een voorwaarde, maar opnamen en productie van muziek zijn bereikbaar voor een veel groter aantal muzikanten. Ook schrijvers kunnen eigen werk publiceren, digitaal uitgeven en op eigen kracht een publiek bereiken. Bloggen is gratis en glasvezel ligt overal. Al moet daar natuurlijk bij gezegd dat een publiek bereiken voor niemand een automatisme is en dat schrijven iets anders is dan verkopen. Voor een brede doorbraak bij een groot publiek zijn media en andere partners vaak nog noodzakelijk. Maar ook niet altijd, zie bijv. Amanda Hocking en John Locke.
- Een andere overeenkomst is de relatief grote rol van tussenpartijen die onder druk van de digitalisering snel afneemt. Door internet en m.n. social media weten maker (schrijver, muzikant) en gebruiker (lezer, luisteraar, fan) elkaar gemakkelijker te vinden. Platenmaatschappijen en uitgeverijen vervullen grofweg 4 rollen:
- Scouting en ontwikkeling van talent (artist & repertoire (a&r) in de muziekindustrie; selectie, acquisitie en redactie in de boekenbranche; research & development (r&d) in andere bedrijfstakken)
- Financiering van opnamen of voorschotten om opnamen of productietijd van een boek te bekostigen
- Distributie
- Marketing & promotie
- Als de digitalisering doorzet, en dat gebeurt, vervangt glasvezel heen en weer rijdende vrachtwagens en daarmee de rol van platenmaatschappij en uitgever als distributeur. En dankzij online media heeft een auteur of muzikant de mogelijkheid 1-op-1 contact te zoeken en krijgen met lezer resp. luisteraar, waarna (bij een goed, opvallend product voor de doelgroep!) veel marketing en promotie in eerste instantie via social media verloopt. De rol van de industrie, platenmaatschappij en uitgever, zal nog meer verschuiven richting scouting en ontwikkeling van talent, tegen een veel scherper tarief dan voorheen. Op het gebied van financiering, distributie, marketing en promotie zal die rol niet verdwijnen, maar wel afnemen: de maker kan meer en meer zelf en betaalt alleen voor afgenomen diensten. Uitgeverij en platenmaatschappij zijn niet uitgespeeld, maar komen soms later pas in beeld en bepalen veel minder dan voorheen de route van maker naar ‘genieter’.
Zijn we iets vergeten? Zie je nog meer overeenkomsten tussen de digitalisering in de muziekindustrie en boekenwereld? Laat ze achter in de reacties. Morgen de verschillen tussen beide branches en daarna over de dodelijk vertragende rol van de muziek- en literatuurkritiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten