8 maart 2010

Percussionist Door Raeymaekers doet het zo

Door Raeymaekers (slimme url!) rondde zijn master af aan het Enschedese Artez conservatorium. Deze Belgische percussionist uit Eindhoven is al jaren te zien met verschillende bands op podia in België en Nederland. Hoogtepunten in Nederland waren Noorderslag, Huntenpop en de Top 2000 à Gogo op NED3. Daarnaast speelde hij in België in voorprogramma’s van Eagle-Eye Cherry, Travis, Amp Fiddler en het legendarische CHIC. In deze aflevering van "... doet het zo" deelt Door 10 persoonlijke studio-tips, waarvan de tweede helft specifiek voor percussionisten:

"Vorige week zat ik in de studio met Annie Mary. We namen in 5 dagen 10 tracks op in de prachtige Birdland-studio (Schöppingen, Dld.), waarbij ik o.a. het volgende leerde:

Tip 1: Time = money
Zeker in de studio is tijd geld: in Birdland met deze sessie ongeveer €100 per uur. Hou dit in je achterhoofd als je tussendoor koffie wil drinken. Neem wel de tijd die je nodig hebt: gestresst je partij moeten spelen werkt averechts. Als je je goed voelt, speel je beter.

2. Eten
Deze vind ik heel belangrijk: breng altijd voldoende eten mee. Studiowerk vraagt veel concentratie en vaak een lange tijd aan 1 stuk. Zorg dus dat je genoeg eet. Ook je collega’s van de band zullen het waarderen als er ineens iets lekkers op tafel staat. Een goede sfeer tijdens de opnames hoor je direct terug in de sound.

3. The show must go on
Zodra de band loopt (ja, onze opnames waren analoog) ben je aan het spelen. Zorg dat je blijft spelen tot het nummer is afgelopen. Kleine foutjes kunnen soms achteraf ingeprikt worden. Zowel voor de concentratie van de man achter de knoppen als voor jezelf werkt het vermoeiend om steeds opnieuw te beginnen. Zeker in een groove-track is de gehele energie te voelen als de partij in 1 keer ingespeeld is.

4. Vier oren horen meer
Zorg dat er iemand mee gaat die in de control room mee luistert. Liefst iemand waarvoor je graag goed wilt presteren, maar die je wel op je gemak kan stellen als het niet direct goed gaat. In de control room hoor je direct of de energie, sound en timing van je spel in orde zijn. Vier oren horen meer dan 2.

5. Partijen in orde
Ken de structuur van het nummer door en door en schrijf deze op. Zelf schrijf ik veel uit met noten. Als je dit nooit hebt geleerd, schrijf dan tenminste op wat er in het nummer gaat gebeuren (couplet = shaker, refrein= tamboerijn, overgang chimes etc.). In sommige studio’s krijg je de kans om te experimenteren, maar soms wordt verwacht dat je direct inspeelt wat je in gedachten hebt. Dan is het goed om alles op papier te hebben. Het communiceert ook makkelijker met de technici als je kunt zeggen hoeveel sporen je nodig hebt, wat je eerst gaat inspelen en vanaf waar je wil beginnen.

6. Voldoende sporen
Vraag de technicus om voldoende sporen om de percussie op te nemen. Zo hoef je niet alle instrumenten in één keer op te nemen en kan de producer de verschillende instrumenten apart van elkaar mixen (de tamboerijn iets langer laten doorklinken, shaker iets luider etc.). Vaak speel ik sowieso in elk nummer shaker in: veel mixers zijn blij als ze hiermee de hi-hat frequenties kunnen opdikken of het nummer wat opvullen.

7. Warming-up
Die bestaat bij mij vaak uit 10 min. basnoten en 10 min. slaps spelen. M’n sound is daarna voller, zekerder en stabieler.

8. Wat neem je mee?
Ik neem alle goede instrumenten mee die ik heb. Niet elk instrument klinkt in de studio even goed als live. In de studio valt alles op en ga je je aan de kleinste dingen storen. Zo gebruik ik in de studio liever mijn Multi-Guiro van LP dan de shaker die ik live altijd gebruik, omdat deze meer frequenties bezit die men achteraf kan weg equalizen. Ook djembe’s die ik live niet graag gebruik gaan mee: de bas die hierin zit mis ik in de studio bij mijn conga’s. Ik probeer graag verschillende dingen uit: de dynamiek van een nummer kan in de studio heel anders zijn dan live.

9. Chimes opnemen
Als je chimes opneemt zorg dan dat je niets anders speelt wanneer ze doorklinken. Vaak worden chimes gebruikt bij een overgang in het nummer. Andere instrumenten speel je apart in op een nieuw spoor, zodat het geluid van de chimes kan doorklinken in de mix.

10. Cajón opnemen
Voor een vette cajón sound is een goed instrument de eerste vereiste. Daarnaast is de omgeving ontzettend belangrijk. Neem een houten plaat mee waar je 'em op kunt zetten als de vloer van de studio niet mee resoneert, bijvoorbeeld omdat er tapijt ligt. Daarnaast werkt het goed als je de cajón in een kleinere kamer uitversterkt. Probeer ook het effect van brushes uit.

Tot slot: wees niet te snel tevreden. Regelmatig wordt de percussionist onderschat door de rest van de band of producer, dus verzeker je van de kwaliteit van het muzikale resultaat. Je zal er nog vaak genoeg naar moeten luisteren..."

Dank voor je mooie lijst tips, Door! Percussionist nodig? Klik hier.

Geen opmerkingen: