Zaterdag is het Record Store Day: veel mooie, exclusieve (vinyl-)aanbiedingen en zo'n 200 optredens in 80 Nederlandse platenzaken. In The Guardian verscheen prachtartikel The record shops that shaped our lives en dat bracht Guuz op het idee van een vergelijkbare serie met Nederlandse muziekliefhebbers, journalisten en andere popprominenten. Auke trapte maandag af, gisteren Guuz en Maarten, vandaag Atze de Vrieze, 3VOOR12's sterreporter. Deze complete serie is aan te klikken met tag Record Store Day.'Ik had mijn groeispurt nog niet gehad. Niet dat die daarna serieus kwam, maar toen stelde ik helemaal weinig voor. In mijn herinnering kwam ik amper boven de balie uit, als ik op woensdagmiddag een Top 40 blaadje kwam halen. Soms fietste ik twee keer op en neer, als het wekelijkse pak vol wijsheid nog niet gebracht was. Een pure kwelling, want de stippen en superstippen bepaalden mijn week. Ik was een matige klant, want ik had geen geld. Maar een beetje platenzaak heeft als gulden regel: laat die kinderen rustig plaatjes luisteren, want tegen de tijd dat ze wél geld krijgen, komen ze het allemaal bij jou uitgeven. En dat deed ik dus, in The Jukebox, mijn plaatselijke platenzaak in Houten, slaapdorp onder de rook van Utrecht.
The Jukebox was wat ze in vaktermen een 'papa en mama winkel' noemen. Geen credible popspeciaalzaak, maar een allegaartje van hitwerk, compilaties en een beetje back catalogue. Erg ruim bemeten was het ook niet, ik schat een schamele 35, misschien 40 m2. In zekere zin niets bijzonders dus, maar The Jukebox was in elk geval geen ordinaire winkel. Ze waren duur, maar het waren geen afzetters. Er was nog geen Free Record Shop in Houten in die tijd, met zijn holle slogans en schreeuwende aanbiedingen. Niks bijzonders, maar als mij dan toch gevraagd wordt welke platenzaak mijn leven veranderd heeft, dan is het toch echt niet de Plato of de White Noise in Utrecht, dan is het dat sympathieke zaakje op winkelcentrum het Rond. Tegenover de Bart Smit, waar ik ooit eens een handvol smurfen jatte, maar dat geheel terzijde.
The Jukebox werd gerund door een kleine jongen met stekeltjes, die bij me in de buurt woonde. Hij had een vriendelijk, rond gezicht met appelwangetjes en was de zoon van een kennis van mijn ouders, dat weet ik nog, maar hoe hij nu ook alweer heette, dat weet ik niet meer. Hij was behulpzaam als ik in het rek cassettesingles Whitney Houston onder de J zocht. Ik kocht die dingen veel, cassettesingles. Das Boot van U96. Don't You Want Me van Felix. It's My Life van Dr Alban. Zelfs een keer een van Bryan Adams. Nee, het was nog erger: het was een trio van Bryan Adams, Sting en Rod Stewart voor het heroïsche cinemaspektakel The Three Musketeers. Ik kocht van hem het eerste exemplaar van de nieuwe 2 Unlimited, waarvoor ik op de juiste datum voor openingstijd met mijn neus tegen het raam geplakt stond. Een week later kwam het dan op nummer 1 binnen in mijn zelf getikte charts. Ik had zelfs een plakboek van ze. Ik kwam het laatst nog eens tegen. Er stond een quote in uit de Hitkrant: 'Hé, dat zijn Ray en Anita, die zijn tof.'
De jaren (en de jaaroverzichten) gleden voorbij. De Top 40 werd weggeconcurreerd door de Mega Top 50, maar The Jukebox bleef de rots in de branding van mijn bruisende prepuberale leven. Ray en Anita werden afgeserveerd, zowel door mij als door Wilde en De Coster. En toen, op een dag, hoorde ik op de koptelefoon van The Jukebox Radioheads The Bends. Specifieker: Just. Nummer zeven op de plaat, een brok ingehouden spanning, uitmondend in een slissende Thom Yorke ('you do it to yourssssself') en een waanzinnig snerpende solo van Jonny Greenwood, die ineens eindigt in stilte. Ik ben letterlijk opgesprongen van de barkruk en heb een uitzondering gemaakte op de gewoonte dat ik nooit een plaat kocht zonder hem van begin tot eind gehoord te hebben.
Gek is dat. Mij werd de popmuziek niet met de paplepel ingegoten, dus ik voer in eerste instantie blind op de radio en op die eenvoudige platenzaak. Wat ik daar hoorde was het enige dat bestond. Achteraf niet zo erg, dan begin je gewoon bij nul. Mijn eerste bewuste popmoment was het sterven van Freddie Mercury en het malle circus er omheen, dat zijn weerslag weer vond in mijn platenzaak. Niemand vertelde me dat er ook andere, misschien wel interessantere ingangen tot de popgeschiedenis waren, maar gaandeweg kwam je daar vanzelf wel achter. Een beetje door eigen nieuwsgierigheid, een beetje door wat zachte sturing van zo'n vent in een platenzaak. Ik had destijds het gevoel dat The Bends van Radiohead het eerste album was dat ik helemaal zelf ontdekt had. Niemand met wie ik om ging luisterde daar naar, of gaf ook maar een blijk van herkenning bij de bandnaam. IK had die plaat gevonden, IK had hem opgedoken tussen de gevaarlijke kliffen, en ik vond hem fantastisch. Maar die kleine jongen met die stekeltjes, die had hem voor me ingekocht.'
Prachtig, tranen in m'n ogen!
Vanmiddag de platenzaken van Jan, Paul en Werner.
1 opmerking:
Ik groeide net een generatie later op in Houten. De jukebox was toen al opgekocht door de musicstore. Prachtig verhaal Atze!
Een reactie posten