22 april 2012

De platenzaak die mijn leven veranderde (18)

@PaulSchwarte: 'Platenzaken die m’n leven veranderden? Of: platenzaakmensen die m’n leven veranderden?

Die vraag stel ik me. In mijn muzikale vorming zie ik vooral individuen die me de weg gewezen hebben. Mensen die een mooie radioshow maakten bij een omroep die me verder weinig te melden had. Popschrijvers die me raakten in magazines waarin ik de helft oversloeg. En platenzaakmensen die de moeite namen om me ‘de juiste shit’ onder de neus te duwen, ook al leefden ze van de nieuwste hypes en de ouwe midpricemeuk. Er waren platenzaken in Nederland waar hypes en meuk geen core business waren. Goeie zaken. Maar er was één zaak die me echt in alle opzichten gevormd heeft. Dat ging verder dan muziek.

Dat is de platenzaak waar ik zelf een platenzaakmens was. In Flat Record in Groningen stond ik 12 jaar lang (1985-1997) achter de spreekwoordelijke toog. In dit geval een balie met een kassa, een singlesbakje, wat papierrommel, en een ijzeren pot thee. En niet te vergeten een blauwe klapper waarin we de omzet noteerden. We: een club liefhebbers, met ieder een specialisme, een vaste middag en een studie. Rond de balie: bakken vol zwart plastic, verdeeld over zo’n 35 vierkante meter. Flat was een aparte platenzaak.

Het vinyl in die bakken had het moeilijk. Niet alleen omdat de kachel z’n hitte gevaarlijk dicht over de handel blies. Nee, Flat was één grote importbak. Imports zijn moeilijk aan de man te brengen, want ze missen de promo die releases van dichtbij wel kennen. Maar waar anderen stopten gingen wij, de dieper-dan-diep gravende freaks, verder. Geen genre te gek, geen band te obscuur of te ver. In die jaren '80 en '90 waarin het alternatieve circuit vorm kreeg en vervolgens open barste. Flat (begin jaren '80 geopend) stroomde vol.

Rijen met (UK)-new wave. Twee bakken (US)-hardcore. Gitaarrock. Een halve meter Residents en Smiths op voorraad. Eigen bakjes Australië en Nieuw Zeeland. Earache en Peaceville. Recommended en Crammed Discs. Fraaie handgemaakte producten uit de Weilheim-scene rond The Notwist. Sub Pop en Seattle in de noise-bak, samen met hofleverancier Amphetamine Reptile. Etcetera. Het inkoopbeleid? Vele persoonlijke stokpaardjes werden bereden. Flat was meerdere zaakjes in een zaak. Maar ook; als andere zaken in Groningen bepaalde muziek deden, dan pasten wij ons aan. Het was in ieder geval mijn persoonlijke insteek. Ik wilde niet te veel onder de vleugels schieten van zij die ervan moesten leven. Flat kon door het personeelsbeleid de handel wat goedkoper aanbieden. Dus als ik bijvoorbeeld de Jannen van Elpee tegenkwam in Vera
[1 Jan deed HIER eerder deze week zijn verhaal, red.] moest ik die voor mijn gevoel nog wel recht in de ogen kunnen aankijken. Daarom ging ik bladerend in de distributielijsten van Boudisque, Bertus of Semaphore op zoek naar alternatieven, naar dat wat er in de Groningse zaken niet lag.

Concurreren was ook zinloos, want in Hemmes en Elpee stonden dezelfde freaks achter de toog, in minder schimmige achterafzaakjes. Er bleef ook genoeg over. Ook in 1991 ofzo kwam er al onnoemelijk veel uit. Soms deden we zelfs letterlijk wat elders bleef liggen. Zo haalde ik bijvoorbeeld voor vijf gulden de eerste Sebadoh’s uit de kelder van Boudisque. Die kregen bij Flat een nieuwe kans. Terecht, zo leerde de tijd.

Het woord 'niche' heb ik in die 12 jaar nooit horen vallen, maar Flat was 35 vierkante meter niche! Bijkans onverkoopbare niche. Je moest lang lullen, pushen en wachtten om keiharde guldens om te kunnen zetten. Maar tijd en geduld hadden we, want we hoefden dus niet van de platenhandel te leven. Voor een plaatje per middag (en wat korting op de rest) lulden we de tijd wel vol. Met klanten, maar vooral met elkaar. Een zekere mate van schijt aan de marktwerking der popindustrie kenmerkte ons. De eigenaar en z’n nieuwe huis hadden weliswaar een andere kijk op de zaak, maar het ongeregelde zootje individuen was lastig bestuurbaar. En ach, zolang wij zo af en toe z’n schermmaskers, Russische petten, biologische wijn en stripboeken verkochten vond-ie het wel best. Wij vonden het op onze beurt ook wel weer best dat hij – naast onze uitgekiende inkoop - zelf de winkel volpleurde met alles waar maar een platenhoes omheen zat. Er zat soms geweldig spul tussen de opgekochte ramsj! Maar Flat Record was – eerlijk is eerlijk - ook 14 vierkante meter bagger. Minstens.

Zoeken en speuren, de jacht naar het zwarte goud; voor mij was Flat een groot avontuur. Ik was tegelijkertijd klant. In 1988 keek ik plotseling vanachter de toog tegen twee rijen acid en house aan. Het zijn de enige bakken waar ik nooit doorheen gefietst ben. Maar voor de rest was het graven. En graven. En opnieuw graven. Wat dreef me? Nieuwsgierigheid sowieso. Eentje die naar het obsessieve doorsloeg. Ik kon me helemaal verliezen in de zooi, en deed dat ook. De medaille had een vervelende kant. Ik wil het niet te persoonlijk maken, maar als je de geweldige docu Vinyl hebt gezien begrijp je ongeveer wat ik bedoel. Daarnaast was er eigenbelang; met de neus erbovenop, altijd de eerste. Ik hou me nu voor dat dat ook naar algemeen belang is omgezet. Zo zou het wel moeten zijn, vind ik...




Vormend was Flat, laat dat duidelijk zijn, zeker. Het mooie overheerst. De mensen rondom Flat hebben me veel gebracht. Elke collega introduceerde nieuwe zijpaadjes, de discussies met de vele kapiteins op het schip hebben hun uitwerking niet gemist. Vaste klanten brachten nieuwe impulsen en inspiratie. Liefde voor muziek is aanstekelijk als je er voor open staat. Dat ik soms nauwelijks een half a-viertje in de blauwe map kon bijschrijven was niet zo erg. Als ik maar toffe mensen over de vloer had gehad waar ik m’n praatgrage grijze massa op los kon laten.

Voor mij gaat het dus om het 1-op-1 contact. Het is een reden waarom ik bijvoorbeeld nu Twitter te gek vind. Het zit ook in m’n smaak. Alle genres tellen, maar ik wil muzikanten die me het gevoel geven dat ze dicht bij me staan. Fouten horen daarbij, dat maakt ze alleen maar menselijker.

Dit stuk beoogt vooral een eerbetoon te zijn aan de onzichtbare krachten achter de muziek die jij in de platenbakken van platenzaken aantreft. De muziek die zich niet vanzelf verkoopt, waar inkopers hun nek voor uitsteken, waar verkopers zich schor voor lullen. Onbekende muziek die de popmuziek van de broodnodige impulsen voorziet. Geen borstklopperij van mijn kant (ik kon lekker ongedwongen aanrotzooien), maar ik hoop wel dat Flat Record, dat het nieuwe millennium net niet haalde, een aanvulling was op het Groningse aanbod. Dat we mooie tijden meemaakten in de rockcity geeft me een goed gevoel.

Ze zijn er nog, die platenzaken. Aan Distortion en Any Records heb ik goede herinneringen. Magic Buzz in de stad. Platenworm! Helaas ter ziele. Ze hebben het dus moeilijk. Maar als andere platenzaakmensen me nu horen, zeg ik: Dank, en ga zo door!'


Paul Schwarte ('The Minutemen is de beste band ter wereld, Nieuw Zeeland het favoriete popland') was in het verleden programmeur bij Simplon, schreef voor en maakte diverse mags (waarvan Opscene de bekendste was), en was betrokken bij het Haarlemse label Rotten Windmill. Hij schrijft nu voor de Vera Krant de rubriek Bonus Footage, over popgeschiedenis in beeld. Die schrijverij vind je ook op de blog van Vera, en op z'n eigen blog I Jam Econo.

Gisteren was het Record Store Day. The record shops that shaped our lives, een fraai artikel in The Guardian, bracht Guuz op het idee van een Nederlandse variant, afgelopen week te lezen op EHPO. De complete serie is aan te klikken met tag Record Store Day. En dat is de moeite!

Geen opmerkingen: