Marthijn Klopper (@klopGRRR), reclamecreatief en Prince afficionado: 'Een paar weken geleden was ik op familiebezoek in het stadje waar ik opgroeide: Alkmaar. Je had - en hebt - daar niet zo gek veel als het gaat om muziek. Ja, ooit een goedbedoelde poging tot poppodium (Atlantis, tegenwoordig Victorie), wat obscure tentjes (voornamelijk punk en dat was ik niet), een Free Record Shop (tsja) en: Pop-Eye.
Pop-Eye bestaat nog steeds. Altijd als ik in het centrum van Alkmaar ben, moet ik toch even binnenlopen. En elke keer als ik dat weer doe, begrijp ik dat de meeste platenzaken op sterven na dood zijn. Want de Pop-Eye van nu is vlak. Zielloos. Terwijl de Pop-Eye van toen niet alleen elk (alternatief) genre denkbaar had (behalve klassiek), maar ook import en zelfs bootlegs verkocht. Obscuur vinyl uit Amerika, Engeland en Japan. Rommelen in de bakken was haast clandestien. En dus spannend.
Toen ik de eerste keer Pop-Eye bezocht, was ik 13. Het was toen een piepklein platenzaakje aan de voet van de Grote Kerk. De eigenaars, Hans en Dick, zagen er uit als kantoorpikken, maar draaiden alles, van Marvin Gaye tot Metallica. En het liefst door elkaar. Ik was mee met een klasgenoot, Tony. Hij was een hardrockfan, zag er gevaarlijk uit, maar had zo'n zachte stem dat hij niet boven het lawaai uit kwam. Ik moest dus schreeuwvragen of ze de nieuwe Iron Maiden hadden. Die hadden ze.
Terwijl Tony de plaat van begin tot eind luisterde, plukte ik een Japanse vinylversie van Prince's Around The World In A Day uit de bakken. Dat was het echte begin van mijn Prince-fascinatie. Vanaf dat moment kwam ik twee keer per week luisteren naar Prince-die-ik-nog-niet-kende (en soms kopen als ik genoeg geld had gespaard). En stond ik vanaf Parade ruim vóór openingstijd voor de deur als die dag de nieuwste Prince binnen zou komen, om er zo van verzekerd te zijn dat ik het eerste exemplaar had. In Alkmaar dus.
Een paar jaar later - Pop-Eye was inmiddels verhuisd naar een grotere pijpenla - werkte ik er zelf op donderdagavonden en zaterdagen. En ook al ontwikkelde ik een brede smaak (van Beach Boys tot Zita Swoon), pas toen werd ik echt een Prince-connaisseur. Ik werd zelfs verantwoordelijk voor de Prince bootlegs die Pop-Eye onder de toonbank verkocht. Toen 'ons bootlegmannetje' een keer een Black Album op cd had - die zó kristalhelder was dat ik geluiden ontdekte die ik niet op mijn krakerige cassettebandje hoorde - bezorgde ik Hans een hartverzakking door zonder blikken of blozen 500 exemplaren te bestellen. Ik verzekerde hem dat we al andere 499 exemplaren binnen 3 weken kwijt zouden zijn. Na 6 dagen waren we los. Omdat Pop-Eye een begrip was. En omdat we toen geen Twitter of Facebook nodig hadden om mensen naar de zaak te krijgen. Word-of-mouth was genoeg. En dat gold niet alleen voor de muziek van Prince, maar voor elk genre denkbaar (behalve klassiek).
Ik verliet weer wat later het ouderlijk huis en trok naar Amsterdam. Ik ontdekte nieuwe muziek in andere platenzaken (Concerto!). Maar elke keer als ik weer in Alkmaar was, wipte ik even langs bij Pop-Eye. Om toch even stiekem te kijken of er nieuwe Prince bootlegs stonden, ook al had ik al zo veel. Maar dat is al jaren niet meer zo. Pop-Eye is mainstream geworden. En de bak met Prince is al jaren vrijwel leeg.'
Zaterdag is het Record Store Day, zo'n 200 optredens in 80 Nederlandse platenzaken (mijn 2 X 3 tips voor die dag vind je hier). The record shops that shaped our lives, een fraai artikel in The Guardian, bracht Guuz op het idee van een Nederlandse variant, deze hele week te lezen op EHPO.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten